Ik ken deze band door de medewerking van zanger/gitarist Darran Charles bij The Pineapple Thief. Ik volg ze al hun laatste drie albums en die bevielen wel. Meer prog dan metal en het ontbeert een herkenbaar eigen geluid. Misschien heeft deze het?
Naast talloze soloalbums en bijdragen aan diverse projecten heeft Guy Manning nog tijd voor deze band. Ook hier doet hij erg veel. Muzikaal niet opzienbarend maar interessant, brave prog kan best aangenaam zijn. Een groot zanger zal Manning nooit worden.
Ian Anderson weet van geen ophouden. Niet als Jukebox van oude successen maar met een nieuw album. Vertrouwd, goed gespeeld, prima songs. Dit keer een concept rond Noorse mythologie. Als zanger wat beperkter geworden, als fluitist zeker niet.
De band bestaat al heel lang en kende veel wijzigingen in de bezetting. Oprichter en gitarist Andy Glass is de enige constante factor. Erg bekend zijn ze ook nooit geworden maar in de marge maken ze heel aangename “prog” getinte albums. Ook deze weer.
Een nieuw album van deze band is nooit verrassend en evenmin een teleurstelling. Het was al weer vijf jaar geleden dat de voorganger werd uitgebracht. Vakmanschap hoog in het vaandel en men doet waar men goed in is. De trouwe fans zijn gelukkig.
Zijn omvangrijke oeuvre bevat meesterwerken en monsters. Met een nieuw album weet je het maar nooit. Deze keer muzikale schilderijen solo en met zijn vertrouwde maatjes bijgestaan door af en toe een zangeres. Niet spetterend maar zeer geslaagd.
De geweldige hoes maakte het album op voorhand al aantrekkelijk. En het voldoet muzikaal aan de verwachtingen. Technische hoogstandjes die mede door de bijzondere zangkunsten van Ross Jennings een heftige dan weer rustige luisterervaring biedt.
Oprichter en muzikaal brein Martijn Westerholt zag twee jaar geleden alle bandleden opstappen. Maar door het terugkeren van oud-bandleden en het vinden van nieuwe gaat het gewoon verder. Het blijft vertrouwd en het is er zeker niet minder door geworden.
Deze Franse band laveert tussen “metal” zonder scherpe randen en niet al te complexe “prog”. De overwegend midtempo songs hebben een sombere lading maar je wordt er toch vrolijk van. De nummers lijken niet heel verschillend maar toch blijft het boeiend.
Niet verrassend maar een logisch vervolg op eerder werk. De band van Jonas Renkse is de meester van de melancholische doom en blijft op dit dertiende album op bekend terrein. Misschien iets “poppier” gekleurde nummers maar het luistert weer lekker weg.
Op dit derde soloalbum zijn weer veel gasten aanwezig. Het zorgt met artistiek brein, zanger en multi-instrumentalist Dave Kerzner voor niet al te gecompliceerde en prettig klinkende pop/prog in de stijl van Genesis en Alan Parsons zonder een topper te zijn.
Een live optreden in een studio zonder publiek en een achtkoppig orkest. Ik heb deze Zweedse band laat ontdekt maar die kunnen er wat van. Meer prog dan metal, de songs worden op een intieme wijze vertolkt. Geen spektakel, de rustige ambiance is prima.