RAK is een pseudoniem voor de Zwitserse
toetsenist Marc Grassi. Bij oplettende lezertjes met een zeer scherp
geheugen en een grote kennis van de progressieve rock zal nu een belletje
kunnen gaan rinkelen. Die naam is inderdaad eerder langs gekomen in
de wereld van de prog. De persoon in kwestie dook namelijk in 2001
ook al op, toen met zijn instrumentale band Thonk die het tot nu toe
enige wapenfeit ‘Earth Vision Impact' uitbracht. Hoe het met deze formatie
zal verlopen is voor mij onduidelijk, maar het zou me niks verbazen
als het bij slechts één
album gaat blijven.
‘Lepidoptera' heb ik vol verwachting gekocht, niet in de laatste plaats aangetrokken
door de werkelijk schitterende hoes gemaakt door Mark Wilkinson, beter bekend
door zijn werk voor Marillion en Fish. Daarnaast waren de berichten die ik binnenkreeg
bijzonder positief. Meer dan dat zelfs, men vergeleek dit album met IQ's "Subterranea",
Marillion's "Brave" en zelfs met "The Lamb lies Down”.
Hiermee kwam de lat wel heel erg hoog te liggen en groot was dan ook de teleurstelling
bij de eerste beluistering.
Laat ik maar meteen duidelijk maken dat het album helemaal niet slecht is, in
tegendeel zelfs. Maar het voldeed niet geheel aan de verwachtingen. De muziek
van RAK is progressief. Een mooie combinatie van stevige toetsen, goed gitaarwerk,
soms jazzy elementen en dromerige passages. Qua stijl doet de muziek me denken
aan bands als IQ, Glass Hammer met zo nu en dan, hoe kan het ook anders, een
vleugje Marillion. Ook is er hier en daar wat Radiohead te horen en kom je op
de reis door dit album zelfs nog een fraai nummer als ‘Dreams like These', met
zang en viool, tegen.
Toch is dit album zoals ik al zei geen meesterwerk. Hoe fraai sommige nummers
ook in elkaar mogen zitten, het pakt me absoluut niet bij de strot. Ook na meerdere
luisterbeurten niet. Enerzijds zit dit in het feit dat nogal wat passages rommelig
overkomen. Zo rommelig dat het gaat storen. Een belangrijke oorzaak hiervan is
de productie. Het spijt me om te zeggen maar die gaat wat mij betreft toch richting
de noemer ‘matig tot slecht'. Met name de drummer lijkt zo nu en dan op olievaten
te rammen en de balans is zo nu en dan zoek. De zang van Dave ‘Zoz'
Thwaites komt mede hierdoor niet echt goed uit de verf, hoewel dat in het tweede
deel van het album wel bijtrekt.
Misschien nu al tijd voor een remaster? De composities zijn prima en
met een goede producer zou er flink wat uit te halen zijn. Nu blijf ik
me storen aan de geluidskwaliteit. Zonde, want RAK heeft zeker potentie
en hopelijk kunnen ze de belofte nog volledig waar gaan maken. Tot die
tijd is dit een verdienstelijk debuut en een belofte voor de toekomst.
Redemption is een Amerikaanse progmetalband bestaande uit onder andere
leden van Fates Warning en Prymary. Met 'The Origins of Ruin' is de
groep inmiddels gekomen tot haar derde album. De formatie is door de
jaren heen bepaald niet hetzelfde gebleven. Vaste kracht is bandleider
en gitarist Nick van Dyk. Op Redemption's titelloze eersteling had hij hulp van zanger Rick
Mythiasin, gitarist Bernie Versailles, drummer Jason Rullo en de van
Symphony X bekende gitarist Michael Romeo. Mythiasin vertrok in 2003
waarna Corey Brown, bekend van Magnitude 9, de groep kwam versterken.
Ray Alder, die ook al een nummer zong op het debuut, sloot zich aan
bij de formatie. Vervolgens zong hij ook op het gehele tweede album. Zoals ik
al zei: inmiddels is in 2007 de derde cd uitgekomen en dit is mijn
eerste kennismaking met de band.
De ervaring is intens, het album
heeft namelijk iets van een sneltrein die in volle vaart langs allerlei
landschappen trekt. De meeste landschappen bestaan voornamelijk uit rotsen
met hier en daar wat planten. De gitaren zijn de rotsen die stevig en
solide op zijn plaats staan. Verschillende rotssoorten zijn er in de
vorm van verschillende klanken. Een geheel dat blijft staan op stevige
fundamenten en bij elkaar gehouden door klei en aarde in de vorm van
het drumwerk. Zo nu en dan razen we kort langs bloemenpracht die zich
uit door middel van mooie keyboarddeunen die meestal niet al te lang
in beeld blijven. Dit gaat vier nummers zo door tot we de rust vinden
op een eenvoudig station. Een fraaie tweeëneenhalve minuut durende
ballad laat de luisteraar even uitblazen en bijtanken voordat de trein
doorgaat voor het tweede deel van zijn reis. Dit deel deel lijkt erg
op het eerste en ook hier hoeft de passagier zich niet te vervelen. In
dezelfde vaart jaagt de trein naar het eindstation zonder de reiziger
de tijd te gunnen uit te blazen.
Ik moet bekennen dat 'The Origins
of Ruin' een intense, doch zeer vermoeiende ervaring is. Het album kent
weinig rustmomenten, maar de muziek ontaardt nergens in chaos. Overal
is het goed te volgen, de groep is sterk en het enige punt van kritiek
dat ik kan bedenken is het feit dat de heren soms een beetje een eigen
gezicht missen. Dit album kan gerust een aanrader genoemd worden voor
fans van bands als Threshold, Fates Warning en zelfs Dream Theater.
De
eerste twee albums van Renaissance kenden een totaal andere bezetting
dan de latere succesformatie onder aanvoering van Annie Haslam. Werkelijk
geen enkel lid op het titelloze debuut, ook wel First album genoemd,
en diens opvolger Illusion maakte nog deel uit van de Tout/Dunford/Haslam
Renaissance. First of Renaissance verscheen in 1969 op een moment
dat de symfonische rock nog uitgevonden moest worden. De muziek was
diep geworteld in de klassieke traditie vooral door het dominante
toetsenwerk van John Hawken. De beiden uit de Yardbirds afkomstige
Keith Relf en Jim McCarty zorgden voor de wat meer poppy inbreng,
maar lieten regelmatig Hawken het voortouw nemen. De laatste was ook
niet wars van klassieke uitstapjes.
De vijf tracks zijn allen lang te noemen, een tweetal zelfs ruim tien
minuten. Het geheel handelt over de opkomst, bloei en ondergang van
het legendarische Atlantis. De opener, Kings and Queens, gezongen
door Keith Relf, biedt veel instrumentale intermezzo's waarbij de
klassieke thema's soms door chaotische passages onderbroken worden.
Innocence is qua opzet gelijk aan zijn voorganger waarin wederom Keith
een rustige melodielijn in het gedreven keyboardspel mengt. Op Island
neemt Jane Relf de zang voor haar rekening en ze doet dat op een wijze
die volmaakt past bij muziek en tekst. Schitterende instrumentale
avonturen met steeds weer de fluweelzachte maar toch krachtige stem
van Jane. Zo moeten de Sirenen geklonken hebben die Odysseus op de
klippen lokten. Het folky Wanderer vormt de brug naar het afsluitende
Bullet, een nummer over de ondergang van het rijk. Onheilspellende
drums openen de song. Na een heftige pianorock met zang van Keith
en Jane volgt een rustig middenstuk met bas en sologitaar. Keith Relf
speelt misschien wel op de gitaar waarmee hij in 1976 noodlottig geëxecuteerd
is. Plotseling gezang als waarschuwing voor wat volgen gaat. Noodklokken
luiden door zuigende windstormen en waterkolken begeleid. Atlantis
is niet meer.
Met Bullet eindigt de originele tracklist van de lp uit 1969. Op de
re-issue van Repertoire staan ook nog twee bonustracks. Allereerst
Island, de singleversie, waarbij grotendeels de pianosolo van Hawken
aan het eind verdwenen is en The Sea. Het laatste was de B-side van
de single en laat weer de prachtige zang van Jane horen. Vreemd dat
deze song nooit op het reguliere album gezet is.
Welke versie dan ook, dit album is een markant voorbeeld van een harmonieus
samengaan van klassieke- en popmuziek uit de begintijd van de symfonische
rock en het is en blijft een topwerk.
JProg (2003).
Bezetting:
Keith Relf - vocals, guitar, harmonica
Jane Relf - vocals, percussion
John Hawken - keyboards
Jim McCarty - drums, vocals
Louis Cennamo - bass
Discografie:
Renaissance 1969
Illusion 1970
Prologue 1972
Ashes Are Burning 1973
Turn Of The Cards 1974
Scheherazade 1975
Live At Carnegie Hall 1976
Novella 1977
Song for all seasons 1978
Azure D'or 1979
Tales of 1001 Nights Vol I 1990
Tales of 1001 Nights Vol II 1990
Live at the Royal Albert Hall with the Royal Philharmonic Orchestra,
Part 1 1997
Live at the Royal Albert Hall with the Royal Philharmonic Orchestra,
Part 2 1997
BBC Sessions 1999
Unplugged - Live at The Academy of Music, Philadelphia USA 2000
Tuscany 2001
In The Land Of The Rising Sun 2002
'Film Score Metal' is de omschrijving dat het werk van Rhapsody inmiddels heeft gekregen. Muziek in hokjes indelen is iets dat altijd gebeurt en hierbij heeft de groep als het ware een eigen hokje gekregen. Als we toch labels aan het plakken zijn, 'sprookjesmetal' zou ook een goede zijn voor de Italiaanse band. De heren hebben waarschijnlijk van jongs af aan sprookjes te horen gekregen en zetten dan ook ieder album een fantasiewereld neer waar het goede het tegen het slechte op moet nemen. Ook deze keer is er weer voldoende te beleven in de wereld van de tovenaars, elfen en draken. De band is inmiddels overgestapt naar een groter label en het geld dat daarbij beschikbaar kwam is uitstekend gebruikt. Voor het eerst kan gebruik gemaakt worden van een echt orkest en Christopher Lee, die legendarische acteur die de laatste jaren weer volop in de belangstelling stond door zijn rol als Saruman in de trilogie 'Lord of the Rings', is ingezet als verteller.
Om het verhaal achter het album even kort samen te vatten: zeven boeken gevuld met haat bedreigen de wereld. Zes zijn door de goeden al terug gevonden maar de zevende, de meest verschrikkelijke van alle boeken, moet nog gevonden en vernietigd worden. De band neemt de luisteraar mee op een reis om deze queeste te voltooien. De gebeurtenissen die daarbij plaatsvinden staan volgens de band symbool voor actuele situaties in onze wereld.
'The Dark Secret' start in ieder geval indrukwekkend. Sfeervolle orkestraties met daarover de machtige stem van Lee. Zijn aanwezigheid uit zich telkens weer in een hoogtepunt. Ook het koor en het orkest zijn prima gebruikt en de cd bevat voldoende rustpunten. Niet alleen door de gesproken stukken maar ook door bijvoorbeeld een grotendeels akoestisch nummer als 'Dragonland's River'. Muzikaal gezien is alles ook prima in orde, dat wordt al direct duidelijke in de hardere uptempo song 'Unholy Warcry'. Liefhebbers van bombastische, theatrale powermetal zullen hier al helemaal van uit hun dak gaan. Het hele album is uitstekend van kwaliteit. Het is alleen jammer dat er weinig vooruitgang in de muziek zit. Misschien is nog een hoger niveau bereiken nagenoeg onmogelijk, maar ondanks dat het allemaal nog iets grootser is, valt er compositorisch gezien weinig nieuws te ontdekken vergeleken met vorig materiaal. Wel opvallend is overigens dat er minder metal te bespeuren valt en het orkestrale deel met orkest en koor meer naar de voorgrond is gekomen
Liefhebbers van de band zullen weer smullen van het nieuwe werkstuk en van die fans zal niemand erom rouwen dat het niet altijd even origineel is. Feit blijft nu eenmaal dat Rhapsody op eenzame hoogte staat. En waarom zou je een succesformule aanpassen? De groep heeft alles prima op orde en de bombastische, volle, zuivere productie van het album is subliem. Voor de snelle koper is er overigens een 'Limited Edition' beschikbaar met een bonus dvd.
OProg (9-2004)
Bezetting:
Fabio Lione - vocals
Luca Turilli - guitars
Alex Staropoli - keyboards
Patrice Guers - bass
Alex Holzwarth - drums
Rhapsody - The Magic of the Wizzard's Dream
|
Label: |
|
Site: |
mightyrhapsody.com |
Jaar: |
2005 |
Duur: |
20:45 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
De inmiddels 82-jarige Christopher Lee vond zijn bijdrage als verteller aan het laatste Rhapsody-album geweldig. Het enige wat de beroemde acteur jammer vond, was dat hij het liefste nog meer had willen doen. Met ‘meer' bedoelde hij dat een stukje zingen wel erg gaaf zou zijn. De Italiaanse band zag een verdere samenwerking met Lee wel zitten en ik heb het resultaat van hun inspanning nu in de speler zitten.
Het vijfde nummer van het laatste Rhapsody-album, ‘The Magic of the Wizzards
Dream' is verkozen voor een herbewerking en met die ‘nieuwe' tweede zanger
heeft het een extra dimensie gekregen. De geweldige stem van Lee voegt echt
iets toe aan het nummer, zoveel kracht zit erin. Natuurlijk is Fabio Lione
ook te horen en samen maken ze het tot een afwisselend geheel. Het resultaat
is dus erg goed en toch krijgt deze single bij lange na niet de hoogste notering.
Om het cdtje vol te krijgen staat er een nieuw nummer op dat nog over was van
de opnamesessies van de vorige cd en ‘The Last Angels Call', afkomstig van
de laatste langspeler. We vinden het titelnummer overigens drie keer terug.
Op de ‘special edition' is deze song zelfs zes keer te vinden. Eerst in het
Engels, Italiaans, Frans en Duits. Voeg daar nog een orkestrale versie aan
toe en pak ook nog eens een keer origineel en de cd is al weer aardig vol.
Is dit niet teveel van het goede? Wat mij betreft wel en ik zie zelfs de meest
verstokte fan van deze metalband dit niet vaker dan één keer
achter elkaar draaien.
Van deze uitgave was zoveel meer te maken. Op deze manier is het wat mij betreft allemaal wat overbodig en uitsluitend leuk voor de fanbase. De neutrale luisteraar kan beter gewoon 'The Dark Secret' kopen en deze links laten liggen.
Bezetting:
Fabio Lione - vocals
Luca Turilli - guitars
Alex Staropoli - keyboards
Patrice Guers - bass
Alex Holzwarth - drums
Met:
Christopher Lee - vocals
Discografie:
Legendary Tales (1997)
Symphony Of Enchanted Lands (1998)
Dawn Of Victory (2000)
Rain of a Thousand Flames (2001)
Power Of The Dragonflame (2002)
The Dark Sectret EP (2004)
Symphony Of Enchanted Lands II : The Dark Secret (2004)
Het zal 1999 geweest zijn toen ik voor Kerst besloot een aantal cd's te bestellen zodat ik iets te doen had tijdens de donkere dagen rond de kerstboom. Het werd een stapeltje Zweeds werk en één van die albums was het debuut van Ritual. Ik weet nog dat ik het na de eerste keer luisteren verreweg het minste album vond. Pas na meerdere keren ging ik de vreemde combinatie die bestond uit symfo en folk waarderen. Achteraf gezien is het album van Ritual de beste koop van de stapel geweest gelet op het aantal draaibeurten. Ik draai hem nog steeds met veel plezier en het blijft altijd weer een boeiend werkstuk. Toen ik het echt ging waarderen was inmiddels het tweede album al uitgekomen. Ik moest die schijf ook in mijn bezit hebben maar dat was nog niet zo eenvoudig. 'Ritual' was een uitgave van het Franse label Musea terwijl 'Superb Birth' als eigen beheer de wereld in ging en nergens te krijgen was. Uiteindelijk heb ik hem bij iemand in Canada gekocht die hem te koop aan bood op een nieuwsgroep en er blijkbaar vanaf wilde.
De verwachtingen waren enorm, de teleurstelling bij de eerste keer luisteren ook. Ik hoopte dat hij zou groeien maar dat gebeurde niet. Het werk had bepaald niet de sfeer van de eerste, de composities konden me absoluut niet boeien en het het album ging de kast in, eigenlijk om er niet meer uit te komen.
Zo gaan er een aantal jaren voorbij en plotseling sta ik weer met het album in mijn handen. Het is inmiddels opnieuw uitgegeven en zelfs remastered. Ik heb hem onverwacht gekregen en dus toch maar weer eens luisteren. Nadat ik het op had gezet voor de eerste keer schalde 'Do you want to see the Sun' uit de speakers. Vreemd, de cd begon toch helemaal niet met dit nummer? Dat was een juiste constatering, want met de doosjes naast elkaar blijkt dus dat de tracklist helemaal aangepast is. Goede keuze, want dit nummer is een mooie opener. Ik vond het toen ik ze live zag vorig jaar ook een sterk nummer. Ik kende het eigenlijk ook amper, omdat het origineel aan het einde stond en ik zelden zover kwam. Het album schuift onder de laser door en ik ben verbaasd over wat ik hoor, aangezien het stukken beter bevalt dan een paar jaar terug. Dit is voor een groot deel te danken aan de nieuwe volgorde maar volgens mij ook aan het feit dat de opnamen opgepoetst zijn. De minste nummers zijn naar achteren geplaatst. Neem 'Dinosaur Spaceship', een up-tempo nummer dat oorspronkelijk de opener van het album was. Het is niet zo slecht als ik dacht maar nog steeds geen topper, maar het album begon hier origineel nota bene mee. Met als tweede nummer 'Golden Angel' dat niet echt beviel terwijl het ook vooraan stond. Erg mooi is 'A Voice of Divinity', bestaande uit piano en zang.
'Superb Birth' is geen topper maar het is wel tijd voor een herwaardering. Ik vond het altijd matig, maar met name door de nieuwe volgorde zit het een stuk logischer in elkaar en loop het aanmerkelijk mooier. Ook het oppoetsen van de opnames is het album te goede gekomen. Het weet niet het niveau van de voorganger te halen maar is op deze manier wel een lekker album om te luisteren.
OProg (7-2004)
Bezetting:
Patrik Lundström - Lead Vocals & Guitars
Fredrik Lindqvist - Bass
Johan Nordgren - Drums
Jon Gamble - Keyboards
Ritual - Live
|
Label: |
Tempus Fugit / Inside Out |
Site: |
Ritual.se |
Jaar: |
2005 |
Duur: |
59:21 & 55:42 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
Hoe
vaak heb ik me niet zitten te vergapen aan de hoezen van ‘Genesis
Live’, ‘Yessongs’ en ‘The Thieving Magpie’.
Natuurlijk was het zonder de buitengewone verpakking ook top
en pure klasse geweest, toch heb ik de buitenkant altijd een
belangrijk punt gevonden. Het maakt onderdeel uit van het geheel.
Daarom vind ik het ook zo jammer dat de serie live-albums die
ik de laatste tijd tegen kom eruit zien alsof de hoes een massaproduct
is. Men pakt van elk bandlid een foto van het concert, plaatst
ze in willekeurige volgorde op een donkere achtergrond. Zet
daarboven een logo, eronder dat het een ‘Live’ album
is en wederom is er een hoes klaar. In de tweede variant gebruikt
met een van afstand geschoten foto van het podium.
De Zweedse band Ritual is nu ook live te horen op cd. De band bestaat
tien jaar en dat was de reden om dit vorig jaar opgenomen concert
uit te brengen. Zoals ik al eerder schreef, vind ik het titelloze
debuutalbum van de heren nog steeds geweldig. De eigenzinnige mix
van prog en folk kan me na jaren nog steeds bekoren. De
tweede schijf was aardig en het in 2003 uitgebrachte ‘Think
Like a Mountain’ is een zeer redelijk werk. De laatste keer
dat ik ze live aan het werk zag was ook op de tour die bij dat album
hoorde. Ze wisten me toen niet geheel te overtuigen. Het concert
had een paar geweldige momenten, met als hoogtepunt ‘Humble
Decision’, maar ook waren er ogenblikken dat de aandacht compleet
verdween. De magie van de studio was niet meegekomen naar het podium
en de favoriete nummers waren gedevalueerd tot niet meer dan ‘aardige’ nummers.
Dit gevoel overheerst ook bij deze twee cd’s. Het kan me niet
het hele concert lang boeien ondanks een aantal uitschieters. Zo
zijn het eerdergenoemde ‘Humble Decision’, de ‘Acoustic
Medley’ en ‘Do You Wanna See The Sun’ hoogtepuntjes.
Verder weten veel nummers me niet te raken op de manier waarop het
met de studioversies wel lukte en dan met name met materiaal van
het eerste album. Toch is het over het geheel genomen een heel aardig
tot goed concert. Speelplezier is er zeker en dat is ook hoorbaar.
Maar om eerlijk te zijn verwacht ik dat dit werk de kast in gaat
om er voorlopig in te blijven, want het gaat het niet redden naast
de stroom kwaliteit die, ook op live-gebied, verder uitkomt.
OProg (10-2005)
Bezetting:
Patrik Lundström - lead vocals & guitars
Fredrik Lindqvist - bass
Johan Nordgren - drums
Jon Gamble - keyboards
Discografie:
Ritual (1995)
Superb Birth (1999/2004)
Think like a Mountain (2003)
Live (2005)
Riverside timmert
flink aan de weg. De twee studioabums 'Out
of Myself' en 'Second
Life Syndrome' zijn uitstekend. Vooral op het tweede album klinkt
een zeer evenwichtige band die zijn draai gevonden heeft. In
2004 was de band te horen op een EP getiteld 'Voices in my Head'
met daarop vijf songs. Deze EP was alleen bij de band verkrijgbaar
en was al enige tijd niet meer leverbaar. Hij is nu opnieuw uitgebracht,
aangevuld met drie live-uitvoeringen van nummers van het eerste
album, een videoclip op postzegelformaat, songteksten en foto's.
Een multimediaal product dus met een beperkte audiospeelduur
van nog geen veertig minuten waarbij men hinkt op meerdere gedachten.
Teveel naar mijn idee. Het geheel geeft daardoor een enigszins teleurstellend
gevoel. Het gaat natuurlijk om het audiodeel en als je het live-gedeelte
buiten beschouwing laat blijft er maar weinig nieuws over. En dat
voor de normale prijs waarvoor de cd over de toonbank gaat. Het gebodene
geeft wel een goed beeld van de ontwikkeling van de band waarbij
vooral de diversiteit in hun muziek in het pas korte bestaan sterk
is vergroot. De sterke troef is natuurlijk zanger Mariusz Duda. Hij
kan veel stijlen aan maar dat geldt evengoed voor zijn drie medebandleden.
Op deze mini-cd overheersen de rustige nummers refererend aan psychedelisch
werk van Pink Floyd en Porcupine Tree. Er is geen plaats voor
heavy uitspattingen. Goede muziek, geen twijfel. Ook de live-uitvoeringen
mogen er zijn maar het is allemaal wel erg kort.
De multimediale elementen zijn aardig, wel aan de magere kant en
slechts leuk voor één keer bekijken. Zie dat meer als
toegift en niet als argument om deze schijf aan te schaffen. Het
artwork is stemmig maar rommelig. Ik heb nog steeds moeite om de
twee reeds verschenen albums op dit gebied uit elkaar te houden,
deze is gelukkig zwart-wit.
Holand (6-2006)
Bezetting:
Mariusz Duda - bass, vocals
Piotr Grudziñski - guitars
Piotr Kozieradzki - drums
Michal Lapaj - keyboards
Discografie:
Out of Myself (2003)
Second Life Syndrome (2005)
Voices In My head (2004/2006)
Rocket Scientists - Revolution Road
|
Label: |
Think Thank Media |
Site: |
rocketscientists |
Jaar: |
2006 |
Duur: |
51:48 en 49:37 |
Recensent: |
JProg |
Waardering: |
|
|
Rocket Scientists is als groep de laatste jaren niet erg actief geweest. Misschien was één van de drijvende krachten, Eric Norlander, te druk met zijn solocarrière of met die van zijn vrouw Lana Lane? Met het uitbrengen van een nieuwe dubbel-cd haalt men de schade aardig in. De bezetting is op de drummer na hetzelfde gebleven. Geldt dat ook voor de muziek?
Ik vind de muziek van de Rocket Scientists vaak nogal klinisch, teveel technisch gedreven en een gebrek aan emotie hebben. Een uitzondering vormt het album ‘Brutal Architecture’, waarop een paar wonderschone nummers staan die wel gevoel hebben. Ik doel op o.a. ‘The Fall of Icarus’ en ‘Mariner’. Maar algemeen moet ik vaststellen dat ik RS-cd’s mooie albums vind maar ze niet al te veel beluister.
Kenmerkend zijn en blijven de nadrukkelijke en breed opgezette keyboardtapijten van Eric Norlander. De interactie met gitarist/zanger Mark McCrite is er wel maar Norlander blijft meestal de baas. Een relevante referentie is ELP’s Keith Emerson. Als bassist is daar zoals immer Don Schiff met zijn herkenbare stijl. Drummer is de alom bekende Gregg Bissonette en die doet dit naar behoren. Op ‘Better View’ drummen ook nog Shaun Guerin en Simon Phillips mee. Naast zang door Mark McCrite neemt ene David McBee op een aantal nummers mede de vocalen voor zijn rekening.
Mark McCrite is een aangename zanger die goed beschouwd qua zangstijl een zeer grote gelijkenis heeft met Lana Lane. Die hebben elkaar erg beïnvloed alsof deze muziek - en die van Norlander/Lane - daarvoor gemaakt is. Mooie nummers staan er op cd één zoals het stevige ‘Dream in Red’, het zwoele ‘Better View’, het instrumentale ‘Outside the Painted Walls’ waarop wonderschone keyboardpartijen staan en ‘Forever Nights’. Dat laatste gaat wel een beetje de gladde kant op maar de wederom fraaie toetsen en dito gitaar geven het een bijzondere kleur. Ook saaie songs passeren zoals ‘Revolution Road’ en het Moody Blues nummer ‘Gypsy’. Dat laatste voegt weinig toe aan het betere origineel. Een technische uitspatting kan niet uitblijven waarvan ’Ptolemy’ het voorbeeld vormt. Contrastrijk is ‘Savor Every Moment’, een lekker lui einde van de eerste cd.
Cd twee is een volwaardig deel van het dubbelalbum. Ik neig ernaar zelfs een lichte voorkeur te hebben voor deze schijf. Dat komt vooral door de hele mooie instrumentale afsluitende song ‘After the Revolution’. Die duurt ruim dertien minuten, is een heerlijk ontspannen samengaan van gitaar en toetsen, bijna rustiek begeleid door bas en drums. Verder weer zeer afwisselende nummers, instrumentaal en gezongen, waarbij ‘Enjoy the Weather’ en het fusionrock-achtige ‘Hold that Thought’ genoemd mogen worden.
Rocket Scientists is Rocket Scientists gebleven, maar vooral de hogere dosis emotie in de nummers heeft voor een aangename opvolger van het wat bloedeloze ‘Oblivion Days’ gezorgd. Wel voor de liefhebbers, maar die zullen niet teleurgesteld worden.
JProg (02-2007)
Bezetting:
Erik Norlander - keyboards
Mark McCrite - guitars, vocals
Don Schiff - stick
Met medewerking van:
David Scott McBee - vocals
Gregg Bissonette - drums
Greg Phelps - accordion
Simon Phillips - drums
Shaun Guerin - drums
Dioscografie:
Earthbound (1993)
Brutal Architecture (1995)
Earth Below And Sky Above - Live In Europe And America (1997)
Oblivion Days (1999)
Revolution Road (2006)
Omar Rodriguez-Lopez, binnen de progressieve rock misschien niet direct een bekende naam, maar zeker iemand die alweer een tijdje bezig is met het verkennen van de muzikale wereld. Zo zat hij in de Indie/Emo crossover At the Drive In en begon daarna met voormalig bandmaatje Cedric Bixler The Mars Volta. De laatste groep zal al bekend in de oren klinken bij de progliefhebber. Niet zo gek overigens, zowel hun eerste album ‘De-Loused in the Comatorium’ als de tweede ‘Frances the Mute’ zijn persoonlijke favorieten die de progliefhebber zeker aan zullen spreken. Nu verschijnt van Rodriguez bijna tegelijkertijd met het live-album ‘Scabdates’ van zijn band dit schijfje. Teveel van het goede? Ik dacht van niet, want ondanks dat dit titelloze album evenals The Mars Volta ook improvisatie is, gaat het toch een heel andere kant op .
Het album is geschreven en grotendeels opgenomen toen Rodriguez een aantal weken bij vrienden in Amsterdam verbleef. Het gevolg hiervan is dat alle informatie die bij het album zit in het Nederlands is en een tracklist bevat met namen als ‘Een ode aan Ed van der Elsken’, ‘Regenbogen stelen van prostituees’ en ‘Spookrijden op het fietspad’. Ik zou kunnen vertellen wat er nou precies te horen is, maar daar is met deze vijf nummers die soms complete waanzin bevatten geen beginnen aan. Toch is er een manier om te definëren of u tot de doelgroep van deze cd behoort. Daarom wil ik verzoeken naar de platenkast te lopen en te kijken of u één van de volgende albums ziet staan:
• Miles Davis – Bitches Brew
• Miles Davis – Live-Evil
• Soft Machine – Third
• Electric Masada - 50th Birthday Celebration vol. 4
• Ornette Coleman – Ornette!
Ziet u één of meer exemplaren van dit lijstje of kunt u dit soort muziek überhaupt waarderen dan zou dit vreemde werkje in uw straatje kunnen passen. Voeg aan de bovengenoemde titels overigens nog een latin-sausje toe, denk aan een gitaar die klinkt alsof hij bespeeld wordt door Carlos Santana en John McLaughlin. Echter wel na een avond stevig doordrinken waardoor de gitaar freakt als nooit tevoren. Mocht dit in de smaak vallen dan is dit album een regelrechte voltreffer. Krijgt u al kippenvel bij de gedachte aan het zojuist genoemde, dan zult u vermoedelijk de cd als bierviltje gaan gebruiken en het vreselijk vinden. Voor mij is het echter dik 5 OJE’s.
OProg (1-2006)
Bezetting:
Omar Rodriguez-Lopez - guitar
Adrian Terrazas-Gonzales - saxophone and percussion
Marcel Rodriguez-Lopez - drums, keys, percussion and gong
Juan Alderete de la Pena - bass
Cedric Bixler-Zavala - percussion
Jonathan Robert de Baun - recordings and bass
Eric Salas - drums
Discografie:
A Manual Dexterity: Soundtrack Volume 1 (2004)
Omar Rodriguez (2005)
A Manual Dexterity: Soundtrack Volume 2 (verwacht 2006)
Ik
was nogal verrast toen in 2000 "God has failed" van deze
Duitse band uitkwam. Tot op het moment van het binnenstappen van de
CD winkel nog nooit iets van RPWL gezien of gelezen en de verbazing
was dan ook groot bij het beluisteren van dit album. Het album stond
vol met muziek die deed denken aan Pink Floyd (niet zo gek gezien
het feit dat ze begonnen waren als Floyd-coverband) en zowel de songs
als de productie waren perfect. Ook de opvolger, "Trying to kiss
the Sun" is een sterke plaat. Goede nummers en wederom een perfecte
productie. Na deze twee albums besloot RPWL dat het wel eens tijd
begon te worden voor een album waarop ze de restjes konden zetten
die tot op heden waren blijven liggen. Dit is dus "Stock"
geworden.
De opener is meteen een cover, een zeer sterke versie van de Syd
Barret track "Opel". Net als "Cymbaline" die
ze ooit coverden voor een Pink Floyd-tribute album steekt het geheel
goed in elkaar. Daarna begint een stuk dat wat mij betreft het achttien
minuten durende hoogtepunt van dit album is. De aftrap komt met "The
Way it is", een sterk songgericht geheel dat tegen het einde
van het nummer werkelijk prachtige instrumentale stukken bevat.
Het geheel loopt geruisloos door in "Perceptual Response" om
over te gaan in "Forgive me part I". Beide zijn korte
instrumentale songs en het laatstgenoemde doet alweer erg aan
Pink Floyd denken. De oorzaak hiervan is het rustige gitaarwerk.
Wederom een spetterende overgang en we belanden bij het tien
minuten durende "The gentle
art of Swimming". Een geweldig nummer, goede zang, sterk toetsenwerk
en een waanzinnig instrumentaal tweede deel. Het einde geeft de
indruk dat er een stukje recht van "Dogs" is overgenomen,
het tweede nummer van "Animals" van Floyd. Dit komt waarschijnlijk
door het gitaarwerk maar ook door de compositie zelf. Dit is denk
ik ook de reden om het niet op een regulier album te plaatsen. "Who
do you think you are" is na al dit geweld een beetje een tegenvaller,
geen onaardig nummer maar ook geen top. Het komt een beetje lullig
over, met name de tekst en zang. "Going Outside" is een
tussenstukje naar het volgende nummer "Sun in the Sky".
Deze track valt ook ietwat tegen, veel herhalingen en een nogal
irritant achtergrondkoortje. "Forgive me part II & III" zijn
mooie afsluiters van het album. Rustige nummers, keyboards als
basis, Dark-Side-achtige zangstukken. Kortom, prettig luisteren.
De slotwaardering voor dit album valt eigenlijk in twee stukken uiteen.
Tot
"The gentle art of Swimming" kan ik niet anders dan vijf
sterren uitdelen. Het probleem is dan ook dat de aandacht daarna
verslapt en de nummers toch iets minder worden. Natuurlijk blijft
het altijd boven het gemiddelde maar na zo'n sterk begin is het
toch een beetje een afzakker. Dit is ook de reden dat ik op vier
OJE's uitkom. Kortom, een zeer goede schijf en zeker een aanrader,
maar over de gehele lijn nipt geen supertopper. Het album komt trouwens
met een extra DVD waarop het geheel in een 5.1 mix te vinden is.
Ook bevat deze DVD een "Tour
and History video". Wie het album na het laatste nummer
een paar minuten laat draaien krijgt nog een bonusje, een nummertje
waarvan het maar goed is dat het niet op de CD staat tussen de rest
van het album..
OProg (2003).
Bezetting:
Yogi Lang - Vocals, keyboards
Karlheinz Wallner - Guitars
Phil Paul Rissettio - Drums
Andreas Wernthaler - Keyboards
Stephan Ebner - Bass
De
wereld zal er door de ogen van de sympathieke Duitse band RPWL
waarschijnlijk geweldig uitzien. Dat is wel duidelijk bij het
beluisteren van het derde volwaardige studio-album van de band.
Toveren met kleuren en sferen is iets waar de heren immers goed
in zijn en nog beter dan in het verleden weten ze een geweldig,
boeiend album neer te zetten. Net als het debuut klinkt het als
een geheel, 'Trying to kiss the Sun' leed immers een beetje aan
een gebrek aan eenheid en ook kon niet elke song even goed boeien.
Yogi Lang heeft als onderwerp onder andere 'spiritualiteit' uitgekozen om over
te schrijven en wie daar aan denkt, denkt al snel aan oosterse
geluiden en instrumenten. Net als bij The Beatles uit dit zich onder andere
in het gebruik van sitar in 'Sleep', maar ook in nummers verderop het album
duikt dit instrument regelmatig op. Steeds meer weten de Duitsers een eigen
geluid te creëren
en steeds meer maken ze zich los van het zwaar door Pink Floyd geïnspireerde
geluid. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat deze grootheid als belangrijkste
bron van inspiratie verdwenen is. Zo is ook nu de Engelse invloed nog goed
te horen en duikt met regelmaat de gedachte aan Gilmour, Waters, Wright en
Mason op zoals die vier klonken tijdens de jaren '71 tot '78. Dit uit zich
deze keer minder in de zang. Ondanks dat het soms nog erg 'Gilmouresque' klink
wat Lang laat horen is hij meer zichzelf geworden. De geest van de beroemde
gitarist komt meer naar voren in in het fenomenale gitaarwerk van
Dhr. Wallner.
De band klinkt modern, maar toch niet kil. Het geluid is warm doordat
er veelvuldig warme keyboardgeluiden te horen zijn afkomstig van
Mellotron en Moog. Maar ook de schitterende productie is hier debet
aan. De band zou overigens goed kunnen scoren bij het grote publiek.
Een klapper zou het kunnen maken met het vierde nummer, het door
voormalig Genesis-zanger Ray Wilson gezongen 'Roses'. Alles in dit
nummer klinkt vol overtuiging en het lijkt ook alsof de rest van
de band zich door zijn aanwezigheid nog eens extra wil geven.
Het prettige van RPWL zit voor een groot deel in het feit dat de
band de luisteraar niet wil verzuipen in een bak met technische kunde
en geluid. Het geheel klinkt gebalanceerd en zeker niet 'overdone'.
Het is modern, terwijl het ook de liefhebber van oude prog aan zou
kunnen spreken. Laten we ook hopen dat ze nog jaren dit soort werk
uit zullen brengen. De wereld door de ogen van RPWL is immers een
mooie wereld, vol met muziek van topniveau.
OProg (2-2005)
Bezetting:
Stephen Ebner - bas
Yogi Lang - zang, toetsen
Manfred Müller - drums
Kalle Wallner - gitaar
Speciale Gast:
Ray Wilson - zang op 'Roses'
RPWL - Roses
|
Label: |
|
Site: |
RPWL |
Jaar: |
2005 |
Duur: |
22:18 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
'Roses' is de eerste single afkomstig van deze Duitse band. Oorspronkelijk komt het nummer van het laatste album 'The World Through My Eyes'. Mijn mening over zowel het album als over dit specifieke nummer is ook in de betreffende review te lezen. Het is dus een geweldig nummer, maar blijft dat het ook na het knippen tot single-formaat? Ik kan concluderen dat dit inderdaad het geval is. Nergens heb ik het idee een stuk te missen en het is niet zo dat het lijkt dat 'Roses' ontdaan is van zijn of haar ziel.
Helaas maakt een goede singlemix nog geen goede single. Dan doel ik niet op het nummer zelf maar op het totaalpakket dat de luisteraar krijgt in een platte jewel-case. Over de waarde van 'Roses' ben ik te spreken, over de edits van 'Sleep' en '3 Light's' minder. 'Sleep' mist het mooiste stukje, het deel met zang en mellotron. Bovendien zit er in het refrein een achtergrondkoortje dat op de zenuwen werkt omdat het volgens mij harder ingemixt staat dan op de originele versie. Dit nummer zal ik dan ook niet snel weer opzetten. '3 Light's' is gewoon iets korter maar ook hier prefereer ik de albumversie. Voeg daar nog de albumversie van 'Roses' aan toe en we zijn door de single heen.
Geen demo's, geen restmateriaal, slechts nummers die de luisteraar als het goed is al kent. Jammer, nu is het slechts voor de verzamelaar een aardig item. Meer ook niet.
OProg (5-2005)
Bezetting:
Stephen Ebner - bas
Yogi Lang - zang, toetsen
Manfred Müller - drums
Kalle Wallner - gitaar
Speciale Gast:
Ray Wilson - zang op 'Roses'
RPWL - Start the Fire - Live
|
Label: |
Tempus Fugit / Inside Out |
Site: |
RPWL |
Jaar: |
2005 |
Duur: |
61:26 / 67:03 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
Tijdens een interview vertelde zanger Yogi Lang al dat RPWL plannen had om van de laatste tour een dvd-registratie uit te brengen. Hiervoor zou eventueel het concert gebruikt kunnen worden dat is opgenomen door het beroemde Rockpalast. De dvd is voorlopig nog niet in de maak, maar wel is er nu dit live-album.
Of het concert in zijn geheel is opgenomen tijdens de avond dat er filmopnames zijn gemaakt, of dat het een samenvoeging van meerdere concerten is, weet ik niet precies en de bijgeleverde documentatie geeft daar ook niet veel over vrij. Niet dat dat iets uit maakt maar de puristen onder ons willen dit soort dingen altijd graag weten. Zeker is wel dat er een stuk van die bewuste avond op staat, maar daarover straks meer.
De keren dat ik de Duitsers live heb gezien was ik telkens weer onder de indruk. Niet alleen door het goede spel, maar ook door het waanzinnig goede geluid dat helaas in contrast staat met dat van sommige andere bands. Ook visueel steekt de show goed in elkaar. Achter op het scherm zijn ondersteunende beelden te zien die als het ware een dimensie toevoegen aan de muziek. Ik had niet verwacht dat er ook maar iets zou mankeren aan het geluid op deze twee schijfjes en dat bleek dan ook geheel juist. Het gebodene is krachtig, zuiver en scherp.
Het concert begint met ‘Sleep' en ‘Start the Fire', ook de openingsnummers van ‘World through my Eyes'. Met name in het begin heb ik even het idee dat Yogi Lang een beetje moeite heeft om erbovenuit te komen, maar dat idee verdwijnt gelukkig al snel. Direct valt op dat het allemaal net iets krachtiger en zelfs nog voller is dan de studioversie. Na ‘Who do You Think We Are', van het debuut en ‘Day on My Pillow' van het laatste album duikt een speciale gast op. Het is niet moeilijk om te raden dat Ray Wilson, die na op het zelfs op single uitgebrachte nummer ‘Roses' ook op een live-album het nummer zou komen vertolken. Ook komt nog het zeer sterke Genesis-nummer ‘Not About Us' voorbij, waarna ik me telkens bedenk dat Genesis in die Wilson-periode toch een aantal onderschatte dingen heeft gemaakt. Dit stuk is het deel dat met zekerheid afkomstig is van Rockpalast. Na ‘The Gentle Art Of Swimming', afkomstig van ‘Stock' en het recente 'Wasted Land', start een persoonlijke favoriet. ‘Crazy Lane' dient zich aan en voor het eerst een lichte teleurstelling, aangezien het live niet de snaar weet te raken die op de cd ‘God has Failed' wel telkens weer aangetikt wordt. Na het immer drukke ‘Trying to Kiss the Sun' is het alweer tijd voor de tweede cd. Hiervan is de opener ‘World through My Eyes' waarna zich een stuk Pink Floyd aandient. Dit in de vorm van het eerder op Stock verschenen Barrettwerkje ‘Opel', het reeds van de ‘Signs of Life' sampler bekende ‘Cymbeline' en ‘Welcome to the Machine'. Ja, de versies zijn sterk maar moet dit nou? Dit soort dingen kunnen tijdens een concert leuk zijn, maar wat mij betreft met name het laatste behoorlijk overbodig. De ruimte had beter besteed kunnen worden aan eigen werk. Na ‘I don't Know' volgt het hoogtepunt en favoriet ‘Hole in the Sky'. Hiermee is het concert alweer afgelopen, de cd laat alleen nog de volledige studioversie van ‘New Stars are Born' horen. Dit was ook al het bonusdeel op ‘World Through my Eyes', alleen deze versie duurt geen zeven maar dertien minuten.
Samenvattend is het een album met sterk spel en goede opnamekwaliteit maar helaas ook één met misschien wat verkeerde keuzes. Er had meer op de cd's gepast, het Pink Floyd materiaal had beter plaats kunnen maken voor eigen werk en die bonus-track was goed tot zijn recht gekomen op een ander album. Ondanks alles ben ik toch erg tevreden over deze twee schijfjes en dik vier OJE's is dan ook meer dan terecht.
Bezetting:
Yogi Lang - vocals, keyboards
Kalle Wagner - guitars, vocals
Chris Postl - bass, bass pedals, vocals
Markus Jehle - keyboards
Manni Müller - drums, vocals
Speciale Gast:
Ray Wilson - zang op 'Roses' en 'Not About Us'
Discografie:
God Has Failed (2000)
Trying To Kiss The Sun (2002)
Stock (2003)
World Through My Eyes (2005)
Roses (single) (2005)
Start the Fire - Live (2005)
© 2003-2024 OJE Music OJE Web All Rights Reserved