V
Van Der Graaf - Vital
|
Label: |
Virgin |
Site: |
VDGG |
Jaar: |
1978 |
Duur: |
45:11 & 41:10 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
Van de originele bezetting van Van der Graaf Generator was in 1977 nog vrij weinig over. Alleen Hammill en Evans waren door omstandigheden overgebleven en er werd besloten de bandnaam ook iets aan te passen omdat het nu in feite een nieuwe groep was. Het woord ‘Generator' moest er dus aan geloven en in de nieuwe bezetting werd ‘The Quiet Zone / The Pleasure Dome' opgenomen. Het kenmerkende saxofoongeluid van David Jackson werd grotendeels vervangen door het vioolwerk van Graham Smith. Verder betrad toetsenist en cellist Charles Dickie de band als vervanging voor Hugh Banton. Laatstgenoemde speelde bij gebrek aan een bassist ook bass-pedals. Ook hier moest iemand voor komen en als bassist kwam niemand minder dan Nic Potter, die eerder deel uit maakte van VDGG ten tijde van ‘The Least We Can Do Is Wave To Each Other'.
Met ‘Vital' bevinden we ons inmiddels in begin 1978. Het zou de galgenplaat voor de band zijn (hoewel ze weer uit de dood zijn opgestaan, zie ook de review van Presence). Ondanks dat de groep bekend stond om haar energieke en spetterende liveoptredens was het bewijs nooit op plaat gezet. Voor het optreden dat opgenomen zou worden in de Marquee zou ook David Jackson van de partij zijn. Helaas is zijn bijdrage niet duidelijk te horen. Van de 24 sporen die het concert opnamen bleek precies het spoor waarop de sax te horen zou zijn door mysterieuze redenen leeg. Wat van hem op het album te horen is zijn stukken die door andere microfoons opgenomen zijn.
Toch valt het eindresultaat qua opname mee. Het had beter kunnen zijn, maar zeer zeker ook slechter. De reden dat ik ‘Vital' als verreweg het minste album zie van VDG(G) zit hem vooral in de muziek. Voor mij persoonlijk heeft de kracht van de band altijd gezeten in de emotie die de muziek op weet te roepen. Daarnaast natuurlijk in het excentrieke, krachtige, directe geluid. Dit alles mis ik een beetje op ‘Vital'. Eén van mijn favoriete nummers, ‘Still Life', kan me op dit album door het veel lagere tempo helemaal niet boeien. Dit heb ik eigenlijk met het hele album. Het is zeker niet slecht, qua spel is het soms heel erg goed, maar het mist de ware chemie.
Nu zou een album als ‘Vital' bij een willekeurige onbekende band veel hoger uitkomen
dan de score van twee OJE's die ik er aan geef. Het is zo dat gezien al het
haast geniale werk dat de Engelsen afleverden onder leiding van Peter Hammill
zo veel beter was dan dit livealbum dat ik echt niet hoger uit kan komen. Er
zal spoedig van een concert uit 2005 een cd verschijnen. Waarschijnlijk zal dat
de liveplaat worden waar ik al jaren op zit te wachten.
OProg (8-2005)
Bezetting:
Peter Hammill - vocals, guitar, piano
Nic Potter - bass
Guy Evans - drums
Graham Smith - violin
Charles Dickie - cello, e-piano, synth
David Jackson - saxes, flute
Van Der Graaf Generator - Present
|
Label: |
Virgin |
Site: |
VDGG |
Jaar: |
2005 |
Duur: |
37:35 |
Recensent: |
JProg |
Waardering: |
|
|
Na achtentwintig
jaar is er een nieuwe cd van Van Der Graaf Generator getiteld ‘Present'. Een dubbele nogal liefst. Maar de vreugde wordt
snel getemperd als moet worden vastgesteld dat het nieuwe album goed
beschouwd maar één enkele cd beslaat van zevenendertig
minuten en dat de tweede demo's en jamsessies bevat. Wat een compositorische
armoede na zoveel jaren van zo'n gerenommeerde band. Helaas maar
waar.
Is zo'n hernieuwde samenkomst, in dit geval zelfs van de oorspronkelijke bezetting
van VDGG, Hammill, Banton, Evans, Jackson, vooral leuk voor de betrokkenen
of gaat er ook nog iets moois ontstaan wat de glorietijd zal doen herleven?
Een niet bijster progressief standpunt maar zo zitten liefhebbers van prog
veelal in elkaar, ikzelf niet in de laatste plaats.
De opener, ‘Every bloody Emperor' is een sterk begin. Heerlijk bijtende teksten
die door Peter Hammill met ouderwets venijn en passie worden gebracht. Deze
compositie is een VDGG hoogstandje met prachtig helder orgelspel van Hugh Banton
tegen de blaasorgie van David Jackson in. Het volgende instrumentale “Boleas
Panic' scheurt David Jackson's saxofoon als vanouds strak begeleid door Guy
Evans koele drumspel en het berustende orgel van Banton. De derde track, ‘Nutter
Alert', blijft in aanvang qua compositie niet veel achter bij het overweldigende
openingsnummer. Alleen de productie is een stuk minder. Hammill zit gewoon
slecht in de mix, en de song ontwikkelt zich haperend naar een nogal moeizaam
slot. ‘Abandon Ship' heeft een platte structuur die veelal drijft op de kakofonieën
van Banton en Hammill. Het eind is weer bijzonder matig. Helaas wordt deze
trend voortgezet op ‘In Babelsberg', een nummer dat een erg fragmentarische
structuur heeft en mij niet echt kan boeien. Een flinke opleving vormt ‘On
the Beach' waarop Hammill de werkelijkheid van het heden in een bijzonder daglicht
zet en zijn medebandleden dat goed begrijpen.
Op de tweede cd staan nummers voor een enkele luisterbeurt. Veel oeverloos “gejam” en
een hoog “hoor eens hoe raar ik kan toeteren” gehalte. Het niveau van een gemiddelde
bonuscd. Wel aardig om het ontstaan van dit gebeuren te verdiepen maar dit
draai je niet vaak.
Samenvattend, en ik beschouw voor mijn waardering alleen cd één, moet ik vaststellen
dat VDGG zijn stijl trouw is gebleven dus niet met drastisch nieuw werk is
gekomen. Dat hoeft natuurlijk ook niet. Men is het spelen niet verleerd, maar
deze ‘Present' biedt zowel kwalitatief als kwantitatief voor de hedendaagse
maatstaven te weinig om hoge ogen te gooien. Het is allemaal best aardig maar
het geheel is niet erg evenwichtig en af en toe rommelig. Het heeft daardoor
wel een intieme sfeer. ‘Every bloody Emperor' is uitstekend, maar ik had meer
van zulke uitschieters verwacht. Als album is ‘Present' voldoende, goed is
het niet door een enkel nummer die er sowieso niet veel (zes) zijn en een aantal
bovengemiddelde momenten. Het is natuurlijk wel verplichte kost voor de liefhebbers.
JProg (05-2005)
Bezetting:
Peter Hammill - zang, gitaar, piano
David Jackson - saxofoon, fluit
Hugh Banton - orgel, bas
Guy Evans - drums
Discografie:
The Aerosol Grey Machine (1969)
The Least We Can Do Is Wave To Each Other (1970)
H To He Who Am The Only One
(1970)
Pawn Hearts (1971) Godbluff (1975)
Still Life (1976)
World Record (1976)
The Quiet Zone / The Pleasure Dome (1977)
Vital [live] (1978)
Present (2005)
Vanden Plas - Christ.0
|
Label: |
|
Site: |
vandenplas.de |
Jaar: |
2006 |
Duur: |
67:20 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
Na ‘Beyond Daylight’ uit 2002 was het vier jaar stil rond de Duitse band Vanden Plas. Andere muzikale bezigheden maakten een snel vervolg op het vorige album niet mogelijk. De heren waren bezig met musicals en in het geval van zanger Andy Kuntz zelfs als hoofdrolspeler. Laatstgenoemde bracht vorig jaar al de rock-opera ‘Abydos’ uit en het zal dan ook geen verrassing zijn dat Vanden Plas zelf, door de invloeden uit de musicalwereld, een stuk theatraler is geworden. Dat was maar goed ook, na een paar sterke albums begon het werk wel heel erg op elkaar te lijken en sprong het laatste album er niet echt meer uit. Veel materiaal klonk bekend en eigenlijk was het een standaard progmetal album.
In ‘Christ.0’ (Christ zero) zitten dus aardig wat theatrale trekjes.
Niet alleen zijn de toetsen iets symfonischer geworden, ook de inbreng van
een heus koor in de titeltrack is hier debet aan. Toch is er nog steeds voldoende
ruimte over voor fraaie solo’s op keyboard en gitaar, het collectief
heeft meer de overhand gekregen. Meteen na de opener, het fraaie titelnummer,
is al duidelijk wat de groep voor ogen heeft met de rest van het album. Het
geheel klinkt als het ware als een soort mengsel van Abydos en de laatste Vanden
Plas. Een paar toppertjes passeren de revue, zoals het tweede nummer ‘Postcard
to God’. Dit begint als een typisch Vanden Plas nummer maar ontwikkelt
zich snel tot een gevarieerde track met prachtige melodielijnen. Mooi is ook ‘Silently’,
dat na een breekbaar pianostuk snel uptempo gaat, terwijl het met name door
de zang toch iets breekbaars blijft hebben. ‘January Sun’, dat
na een rustig intro uitbarst in een bombastisch stuk met een compleet orkest
als ondersteuning. Dit deed al snel denken aan Rhapsody, hoewel die qua bombast
nog een stukje verder gaan. Ook kwam Symphony X met ‘The Odyssey’ al
snel in mijn gedachten op. Zonder twijfel is dit het hoogtepunt van het album.
In zijn totaliteit is dit nieuwe album van Vanden Plas een hele sterke geworden. Ruim vier OJE’s zit er dik in met twijfel of de vijfde er nog bij zou moeten. Ik geef het niet omdat ik persoonlijk net dat stukje extra emotie mis. Hoewel ik me overigens voor kan stellen dan anderen dat wel zullen hebben met dit werk. Uiteraard bepaald geen teleurstelling en ik ben benieuwd hoe de band dit live te gehore gaat brengen en of er nog nieuwe fans bij zullen komen.
OProg (3-2006)
Bezetting:
Stephan Lill - guitars
Torsten Reichert - bass
Andreas Lill - drums
Andy Kuntz - vocals
Günter Werno - keyboards
Discografie:
Colour Temple (1994)
AcCult (1996)
The God Thing (1997)
Far Off Grace (1999)
Spirit Of Live (2000)
Beyond Daylight (2002)
Christ.0 (2006)
De
gitaarwizard en keyboardspeler Janos Varga loopt al heel wat jaren
mee in de progressive scene. Samen met Istvan Kiraly speelde hij van
1981 tot 1994 in de Hongaarse band East, waarmee zij zes albums opnamen.
Bij mij nog onbekend maar hun album "Hûség"
(1982) schijnt een symfonisch meesterwerk te zijn. De kwaliteit van
dit meest recente project van Varga maakt in ieder geval nieuwsgierig
naar de catalogus van East. Overigens leveren zijn beide kompanen
Istvan Kiraly en Zoltan Lengyel bijdragen aan After Crying,
"Wings of Revelation" is een werkstuk dat gekarakteriseerd
kan worden als excellente instrumentale progressive rock. Meestal
komen vergelijkingen met andere bands terecht in eenzelfde muzieksegment.
Maar beluistering van deze schijf leidt enerzijds tot associaties
met vooral Pink Floyd en in mindere mate Camel als het gaat om de
rustiger, atmosferische passages. Varga schaart zich daarin met zijn
gitaarspel in de rij die wordt aangevoerd door David Gilmour en Andrew
Latimer. Anderzijds hoor ik in de up tempo en complexere tracks en
passages The Mahavishnu Orchestra doorklinken ten tijde van "Visions
of the Emerald Beyond" en "Birds of Fire". En u zult
het met mij eens zijn: Pink Floyd en Mahavishnu liggen mijlenver uit
elkaar. Toch komt het bij Varga c.s. allemaal op hoog niveau voorbij.
De band en met name Varga zelf schijnt live een ware sensatie te zijn.
En daar kan ik mij van alles bij voorstellen.
Het album opent met het uit zes delen bestaande "I Must Be Going"
waarin goed in het gehoor liggende thema's worden aangekleed met virtuoze
gitaarsolo's en zowel ingetogen als ruw maar doordacht keyboardspel
van Zoltan Lengyel. Door de afwisseling en verrassende wendingen zijn
de 19 minuten voorbij voordat je het weet. Het is een doos van Pandora
waaruit iedere keer weer nieuwe dingen tevoorschijn komen. En dat
geldt eigenlijk ook voor de rest. Andere hoogtepunten zijn "Matching
Souls" waarin in de jazz-rock traditie à la Mahavishu
wordt gesoleerd door gitaar en synthesizer alsof de duivel hen op
de hielen zit. Via de rustiger en sfeervolle intermezzi, zoals delen
van "All I Can Give", komen we uit bij het titelnummer dat
het geheel afsluit. De band gaat hier loos, ontspoort en men vindt
elkaar weer aan het einde. Vooral dit nummer smaakt naar een live
optreden van deze band, al zullen deze Hongaren Nederland niet snel
aandoen denk ik.
Het art-work is goed verzorgd maar niet bijzonder. Het bevat wel een
overzicht met alle releases die door de betrokken zijn uitgebracht
zowel solo als in groepsverband (bijvoorbeeld in East, Art Reaktor
en Energy Project).
Janos Varga en zijn kameraden zijn een ware revelatie voor mij. Zoals
men op de hoes vermeldt "This music is a step into a world, where
fantasies fly high and nothing can stop the wings of revelation, where
past meets present". Zo is het en zo klinkt het ook. Op naar
het vervolg "Wings of Revelation II".
H.
'JoJo' de V (2003).
Bezetting:
Istvan Kiraly - drums
Zoltan Lengyel - piano, keyboard solos
Janos Varga - guitars, keyboards
Discografie:
Janos
Varga Project
Into the Light (1998)
Wings of Revelation I (2000)
Wings of Revelation II (2002)
East
Jatekok (1981)
Huseg (1982)
The Victim (1984)
A Szerelem Sivataga (1988)
Két Arc (live) (1994)
Radio Babel (1994)
Vast is de band van de uit Californië afkomstige John Crosby. Hij werd op zijn dertiende als wonderkind gezien en dit resulteerde in een artikel in het blad 'Guitar World'. Op zijn zestiende richtte hij de band 'Visual Audio Sensory Theater' op, kortweg Vast. Spoedig kreeg hij een contract aangeboden van het label Elektra waarop de eerste twee albums uitkwamen. Na het tweede album besloot Crosby met alles en iedereen te breken omdat hij, naar eigen zeggen, zijn oude leven zat was. Hij zei de manager, band en label vaarwel en vertrok met slechts zijn laptop naar New Mexico waar de songs voor een nieuw album langzaam vorm kregen. Dit is dus 'Nude' geworden. Volgens Crosby is het album "The basic theme of the new album is the interplay of love, beauty and pain". Een emotioneel werkstuk dus, hoewel de emotionele lading die met name in de teksten is gestopt, niet geheel op mij overkomt.
Toch is 'Nude' bepaald geen slecht album. Al vanaf de eerste track wordt duidelijk, dat we te maken hebben met prima rockmuziek. Dit alles met wel degelijk een progressief tintje, mede door op de achtergrond het gebruik van de warme toetsen. De nummers zelf zijn behoorlijk compact met een kop en een staart. Op een enkele uitzondering na zijn ze allemaal tussen de drie en vier minuten. Het grootste gemis is misschien nog wel dat het niet bijster origineel klinkt. Tijdens de opener, de rocker 'Turquoise', lijken we even te maken te hebben met U2, deels door de op Bono gelijkende zang. Ondanks het gegeven dat de gedachte aan deze beroemde band regelmatig naar boven komt is het te kort door de bocht om de groep als een U2-kloon te bestempelen. Daar is het te divers en modern voor, met de volop aanwezige ritmes, bombastische orkestraties en ruim aanwezige samples. Muzikaal gezien doet het me telkens aan allerlei andere groepen denken. Naast de eerder genoemde band hoor ik regelmatig flarden Smashing Pumpkins, Depece Mode, The Cure, het nieuwe Marillion of soms zelfs Radiohead. Ik heb zelfs een keer het idee naar een moderne versie van The Doors te luisteren. Naast de prima opener komen we de fraaie ballad 'Don't take your love away', de deprimerende rocksong 'Lost' en donkere track 'Ecstacy' tegen. Donker is overigens tekstueel gezien het hele album, met soms haast deprimerende teksten over verdriet en pijn.
Dit album zal denk ik niet direct iedere progliefhebber aanspreken. Voor velen zal het misschien iets te eenvoudig in het gehoor liggen, maar ik denk wel dat mensen die de genoemde bands kunnen waarderen deze schijf zeker prima in orde zullen vinden. Zelf was ik zoals ik al aangaf ietwat teleurgesteld doordat ik nergens echt zwaar het donkere karakter van de teksten in de muziek hoor.
Voor de beoordeling twijfel ik een beetje. Het is technisch gezien een topwerk, al moet ik zeggen dat ik het soms te weinig origineel vind. Aan de andere kant, om er maar eens een cliché bij te halen, "beter goed gejat dan slecht verzonnen". Laten we blij zijn dat er binnen de prog ook dit soort albums gemaakt worden die ook eens ten gehore kunnen worden gebracht als er mensen langs komen die niet thuis zijn in ons genre. Ik denk zelfs dat, met de juiste promotie, Vast best een groot publiek aan zou kunnen spreken. want eigenlijk is 'Nude' gewoon prima en verdient dan ook dik drie OJE's.
OProg (10-2004)
Bezetting:
Jon Crosby - vocals, guitar, keyboards
Charlie Benante - drums
Thomas Froggatt - bass
Discografie:
Visual Audio Sensory Theater (1998)
Music For People (2000)
Nude (2004)
Recensent: |
H. 'JoJo'
de V. |
Waardering: |
|
|
Op mijn voordurende zoektocht naar nieuwe muziek, belandde ik enige tijd terug in de Duitse scène van psychedelische- en spacerock. Deze scène herbergt een afgeladen kweekvijver aan talent: Weltraumstaunen, Sula Bassana (review), Liquid Vision, Zone Six, Colour Haze, Mandragora Light Show Society en Guru Guru zijn slechts een paar voorbeelden. Deze bands halen hun inspiratie uit en gaan voort op de psychedelische paden die o.a. Hawkwind, Gong en de vroege Pink Floyd hebben uitgezet. Zij voegen daar hun eigen geluid aan toe en zetten hedendaagse technieken in om geluidseffecten en vaak dansbare ritmes te creëren. Verder zijn zij verbonden door een rode draad in hun retro artwork met invloeden vanuit de Pop Art en Flower Power en brengen zij doorgaans hun albums niet slechts op CD uit maar ook op vinyl.
Vibravoid is ook één van die loten aan in dit geval de Berlijnse stam. Hun tweede album 'Void Vibration' uit 2002 heeft mij aangenaam verrast en siert regelmatig de laserstraal. Vibravoid is in staat zowel loos te gaan in experimentele spacetracks als ook goede en melodieuze songs te schrijven die direct blijven hangen. Met name in de up tempo songs gebruiken zij de theremin (zie foto). De theremin werd ooit in 1918 bedacht door Leon Theremin en is een elektronisch muziekinstrument dat kan worden bespeeld zonder het aan te raken. Er zijn één of soms ook twee antennes aan bevestigd waaromheen zich elektromagnetische velden bevinden. Door het bewegen van de handen binnen die velden kan geluid worden opgewekt en kan de toonhoogte en het volume van een toongenerator worden beïnvloed. De meest vreemde geluiden zijn het gevolg. Het instrument werd o.a. gebruikt door Captain Beefheart en zelfs door The Beach Boys op hun legendarische album 'Pet Sounds'. Op dit moment zetten o.a. Radiohead en nu dus ook Vibravoid het in tijdens live-optredens en studio-opnames.
Theremin, ontworpen door Tony Bassett in 2000
|
De theremin wordt al direct beroerd in het hallucinerende openingsnummer 'Black and White'. Christian K. zingt hier lispelend à la Syd Barrett , de gitaren en synths klinken heerlijk spacy en de vreemde geluiden uit de theremin vliegen om de oren. Een opening die staat. 'Creepy People' is vervolgens een voorbeeld van een prima, relatief rustige song met een pakkend refrein. Mijn zoon van zes ging bij beluistering direct dansen als een eng spook met grijpende vingers. Dat zegt wellicht iets over hem maar zeker over het vermogen van Vibravoid om de juiste stemming over te brengen. Een hoogtepunt vind ik 'Adjustment' dat zeer vernuftig in elkaar steekt, veel Floydsfeer heeft en verrassende breaks kent. Ik kan er niet rustig bij blijven zitten. Ten overvloede is overigens ook de singleversie van dit nummer als bonustrack toegevoegd. Een hoogtepunt wordt wederom bereikt in 'Echovoid' waarin een sitar het thema bepaalt. De track ontwikkelt zich langzaam maar zeker en duurt wellicht wat lang. Maar om in hoger sferen te komen is dat natuurlijk ook nodig. Via de spacepunk van 'Vivid Vision' met lijntjes naar The Ramones en het korte elektronische intermezzo 'Electrovoid', belanden we bij 'Void Vibration'. Een geweldig nummer van ruim twaalf minuten waarop ik kan wegdromen en dat perfect past bij de landerige sfeer die er momenteel door het bloedwarme weer hangt. Alleen bij minuut acht ligt een cesuur. Wat dan volgt is een vier minuten durende hersenspoeling met geordende herrie van feedback distortion, wapperende handen om de theremin en synthsequences. Het getuigt van durf om dit te doen en het zal niet door iedereen gewaardeerd worden maar ik heb dit soort muziek af en toe nodig. De schijf sluit in zinsbegoochelende stijl af met 'Silent Screams'. Een dreigend nummer waarin enge stemmen bezweringen over mij uitstrooien zoals het cliché "love is freedom" en, speciaal voor de vegetariërs onder ons, "meat is murder".
Vibravoid heeft met 'Void Vibration' mijn hart en natuurlijk met name de geest gestolen. Het album biedt een smaakvolle reis door de underground van de muziekhistorie waarbij het vervoermiddel wordt gevormd door de hedendaagse technieken en compositorische kwaliteiten van deze Berlijners. Op naar de aanschaf van de rest van hun catalogus.
H. 'JoJo'
de V. (8-2004)
Bezetting:
Sven S - percussion
Peter M - bass narcotics
Michael G - synthi, theremin, effects
Christian K - guitar, vocals, theremin, sitar, synthi, effects
Discografie:
2001 (CD 2000/LP 2003)
Void Vibration (CD 2002/LP 2003)
Phasenvoid/Retronique (with Sula Bassana/ CD 2003)
Turned in Acid (CD/LP 2003)
Verder vele 7' singles en compilatie-albums
Vidna Obmana is pseudoniem voor de Belgische componist
Dirk Serries. Hij is inmiddels al achttien jaar bezig en in die periode heeft hij veel gedaan. De voltallige discografie op zijn site neemt vijftien kantjes in beslag en het hier besproken album is uit eind 2004. Volgens de informatie die ik over dit heerschap kon vinden is hij een 'legendary dark ambient sound sculptor'. Helaas moet ik bekennen dat zijn naam voor mij geheel nieuw is. Bekend zal hij zeker zijn aangezien zelfs Steve Wilson van Porcupine Tree gestrikt is om als gast een nummer mee te doen.
Het gebodene is geheel instrumentaal en zou het prima doen onder de noemer 'sfeermuziek'. Eigenlijk is het één grote soundscape met invloeden van bands als Porcupine Tree, Goblin en Aphex Twin. De muziek, die vrijwel geheel door keyboard is gemaakt, komt donker en mysterieus over. Na een aantal luisterbeurten weet ik eigenlijk nog steeds niet echt wat ik nu met dit werkstuk moet. Ik moet toegeven dat de muziek redelijk slaagt in het neerzetten van een aardige sfeer. Het probleem dat ik heb met 'Legacy' is het feit dat er niks uitspringt en er al helemaal niks blijft hangen. Het album vliegt als muzikaal behang voorbij, zakt weg naar de achtergrond om vervolgens niet meer op te vallen. Ik had met de releases van Incredible Expanding Mindfuck (I.E.M.) van Steven Wilson, in mijn ogen vergelijkbare muziek die op de zelfde manier opgezet is, momenten dat ik opsprong van enthousiasme over de muzikale wendigen en passages die langs trokken. Dat komt nu werkelijk geen enkele maal voor. Pas tegen het einde van het album, met het nummer 'Impious Risin', gaat de muziek wat meer opvallen. De afsluiter 'Legacy', waar onder andere Wilson als gast op meedoet, is nog het hoogtepunt van het album. Overigens niet omdat het zo geweldig is, maar omdat het toch een paar keer mijn aandacht wist te trekken. Dit komt door het vreemde toetsenspel over het a-ritmische drumwerk.
Laten we bij de beoordeling voorop stellen dat 'Legacy' muzikaal gezien goed in elkaar zit. Daar valt dan ook niks op aan te merken. Er wordt een fraaie sfeer neergezet maar de manier waarop is teleurstellend. Slechts een paar momenten weten er even uit te springen, maar het overgrote deel van het album is in feite een soort eentonig muzikaal behang. Misschien is opvallen niet echt het doel bij dit soort muziek maar ik ken genoeg bands die ook geweldige sferen neer kunnen zetten en toch de aandacht vast weten te houden. Ik zet dan ook een een vraagteken bij dit album. Naar mijn mening is het de bedoeling dat je, wil je de luisteraar meenemen naar een donker landschap, je hem toch tenminste zal moeten blijven boeien anders gaat hij vanzelf weer op in zijn eigen wereld. Het eindcijfer valt dan ook niet hoog uit. Nipt twee OJE's doordat het met alleen keyboards allemaal knap gedaan is en het gewoon goed in elkaar zit. Op een druilige zondagochtend zal ik het misschien nog wel een keer proberen.
OProg (10-2004)
Bezetting:
VidnaObmana - keyboards
Gasten:
Steven Wilson
Paul Van Den Berg
Tex
Discografie (selectief):
Passage in Beauty (1991)
Shadowing in Sorrow (1991)
Ending Mirage (1992)
Echoing Delight (1993)
Parallel Flaming (1994)
The Spiritual Bonding (1994)
Twilight of Perception Projekt (1995)
Crossing the Trail Projekt (1997)
The Surreal Sanctuary Hypnos (2000)
Tremor (2001)
Spore (2003)
Legacy (2004)
© 2003-2024 OJE Music OJE Web All Rights Reserved