Spock's Beard
Spock's
Beard - Feel Euphoria |
Label: |
|
Site: |
Spocksbeard.com |
Jaar: |
2003 |
Duur: |
74:17 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
"Spock's
Beard does a Phil Collins" las ik ergens in het najaar van
2002, niet al te lang na het verschijnen van "Snow". De
vergelijking sloeg op Genesis en ging dan ook op met deze legendarische
Engelse band. Eerst een concept-album uitbrengen (beide speelden
af in New York) en daarna een zanger/frontman die vertrekt. Was
het bij Gabriel nog het feit dat hij zelf wilde doen en laten waar
hij zin in had, bij Neil Morse lag het iets anders. Neil voelde
dat God andere plannen met hem had dan zijn tijd te verdoen in de
band met de baard en besloot de spreekwoordelijke pijp aan Maarten
te geven. Ander klein verschil was dat Genesis na "The Lamb"
met een spectaculaire show de wereld over ging en Spock's Beard
na "Snow" de studio niet heeft verlaten. De verdere
overeenkomst met Genesis is dat ook Spock's Beard een drummer
had die wel behoorlijk kon zingen en zodoende zou Nick D'Virgillio
dat voor zijn rekening gaan nemen.
De band begon meteen met werken aan het vervolg en nu, inmiddels
Juli 2003, is het nieuwe album uit. "Feel Euphoria" is
de toch wel erg optimistische titel geworden. De groep vliegt er
met het uptempo "Onomatopoeia" meteen flink in. Redelijk
nummer dat wel bij ze past. D'Virgillio laat direct horen het hardere
werk met zijn stem wel aan te kunnen. "The Bottom Line"
is een stuk melodieuzer er wat mij betreft ook beter. Mooie melodielijnen,
samenzang zoals alleen Spock's Beard dat kan en zelfs Mellotron.
D'Virgillio laat hier ook horen nog steeds veel aandacht aan het
drummen te schenken terwijl hij ook met de rustige zangstukken goed
uit de voeten kan. "Feel Euphoria" is weer wat sneller,
meer rock dan de rest en derhalve behoorlijk wennen. "Shining
Star" is een ietwat zoet nummer. Muzikaal erg sterk maar tekstueel
komt het wat glad over. "East of Eden, West of Memphins"
wisselt behoorlijk af. Wederom die Mellotron en zo nu en dan een
"Trick of the Tail" gevoel (toeval?). Dit gevoel uit zich
met name in het instrumentale stuk rond een minuut of drie. Verder
weer snelle stukken waar Ryo Okumoto lekker tekeer gaat, net als
de hele band trouwens. "Ghost of the Autumn" is rustig
met sterke melodielijnen. Met name de combinatie zang/toetsen komt
goed uit de verf en het geheel komt heel erg sfeervol over. Zelfs
weer een instrumentaal stuk waarin ik moet denken aan "Wind
and Wuthering" en "A trick..." van Genesis. Het laatste
gedeelte van de song is ook erg sterk, met name door de toetsen.
"A Guy Named Sid" is het lange nummer op deze Spock. Veel
afwisseling is hier weer te vinden en het is dan ook moeilijk om
het duidelijk te beschrijven na die relatief korte tijd dat ik het
ken. Erg sterk is het wat mij betreft wel en vooral part 3, "You
don't know", laat indruk achter. Reden hiervoor is met name
D'Virgillio, een perfecte keus om hem als zanger los te laten. Hij
heeft toch wel wat van Morse meegekregen maar probeert hem nergens
te imiteren en kiest zijn eigen pad. "Carry on" is
de afsluiter, een nummer in het verlengde van de rest van
het album en wederom niet slecht.
Ik
moet bekennen dat dit album tot nu toe een constantere indruk
achterlaat dan "Snow". Met de zang is niets mis en
Spock's Beard lijkt ietwat harder en directer te zijn geworden.
Toegegeven, het album is er pas en zo gek veel luisterbeurten
hebben nog niet plaats gevonden. Het is dan ook nog steeds
afwachten hoe het zich gaat ontwikkelen. Het is in ieder
geval mooi om te horen dat ze nog steeds vol zelfvertrouwen
door blijven gaan en de moed niet opgeven. Zelfs niet na het
vertrek van de persoon die het geluid grotendeels bepaalde
weet de band zijn eigen identiteit te behouden zonder zichzelf
te gaan herhalen en zo moet het ook! Ook nu is er weer een
Special Edition uitgekomen trouwens. Het geheel zit in een
leuk doosje en bevat 2 aardige bonustracks. Vooralsnog 4 OJE's
voor het album. Tijd zal leren of dit zo blijft.
OProg
(2003)
Bezetting:
Nick D'Virgilio - lead vocals, drums, acoustic and some electric guitars,
percussion, and loops
Alan Morse - electric and acoustic guitars and vocals
Ryo Okumoto - keyboards
Dave Meros - basses
Gasten:
Gina Ballina - french horn
Claire Pasquale - trumpet & piccolo trumpet
Steve Velez - cello
J'Anna Jacoby - violin on "Carry On"
John Boegehold - synths and backwards stuff on "East Of Eden,
West Of Memphis"
Recensent: |
JProg |
Waardering: |
|
|
Wie Spock's Beard zegt denkt aan Neil Morse. Dat
zal wel altijd zo blijven hoewel de band wonderwel in staat
is gebleken ook zonder hem verder te kunnen. Op 'Feel Euphoria'
was het nog wel even zoeken naar de juiste richting maar
de verwachting dat drummer en nu zanger Nick D'Virgilio
het vertrek van Morse zou kunnen opvangen werd grotendeels
bevestigd. Grotendeels omdat het album een aantal mindere
momenten kent met af en toe een compositie die niet van
begin tot eind kan boeien. Het album is voldoende tot goed
maar de cohesie en het artistieke vernuft van de band was
duidelijk minder geworden.
De opvolger, 'Octane', moest het uitsluitsel geven of het
gemis op de eersteling aanloopproblemen betrof en, om maar
eens met de conclusie te beginnen, ja dus.
'The Ballet Of The Impact' is de opener waarbij onmiddellijk
het veelvuldige gebruik van keyboards (moog, piano, mellotron,
orgel) opvalt. Een mooie afwisselend track in de beste
hedendaagse progtraditie met heftige en rustige invalshoeken
en fraaie zang van D'Virgilio. De ballad 'I Wouldn't Let It Go' met mooie
(Alan) Morse gitaren en melancholieke keyboards van Ryo
Okumoto vormt een fraaie brug naar 'Surfing Down The
Avalanche' waar uit een erg stevig vaatje, ietwat on-Spock's
Beard, wordt getapt. Een éénmalig gebeuren op
dit album, zal blijken. Een regelrecht hoogtepunt is 'She Is Everything', een
prachtige ballad vooral door de gitaarsolo van Alan Morse. Zo'n solo die je het
trackdeel voorafgaand op de loer hoort liggen. Opeens barst Morse geweldig los
en weet je bij de eerste keer al: dit is er zo één die schaars
is en kippenvel brengt. Op 'Climbing Up That Hill' is weinig ruimte om stoom
af te blazen, dat kan pas op het korte met mooie "Vintage" mellotron
gevulde 'Letting Go'. Het vormt de inleiding tot een ontspannen zangpartij
van Nick D'Virgilio op 'Of The Beauty Of It All' waarbij Okumoto en Morse
hem op een orkestrale wijze omlijsten. De spannende opening van het zich
stevig ontwikkelende instrumentale 'NWC', met weer veelvuldig mellotron en
buitelende gitaren, wordt gevolgd door 'There Was A Time'. Een pakkend refrein
in de beste SB traditie met de opvallende 'groove' van D'Virgilio's drumspel.
Via het basloopintro van Dave Meros wordt op 'The Planet's Hum' geknipoogd
naar Gentle Giant waarna met de ballad 'Watching The Tide' D'Virgilio nog
eens laat horen niet zomaar een gemiddelde zanger te zijn. De stevige afsluiter
'As Long As We Ride' is een beetje een tegenvaller. Het is wat teveel recht
toe recht aan progpop.
Maar zoals reeds vermeld, op 'Octane' is SB helemaal terug. Het jaar is nog jong
maar de eerste prijs is binnen.
Het album is verkrijgbaar als "standard" en "special edition"
JProg (1-2005)
Bezetting:
Nick D'Virgilio - vocals, drums
Alan Morse - guitar
Ryo Okumoto - keyboards
Dave Meros - bass
Spock's
Beard - Gluttons for Punishment |
Label: |
|
Site: |
spocksbeard |
Jaar: |
2005 |
Duur: |
54:08 en 64:35 |
Recensent: |
JProg
|
Waardering: |
|
|
Spock’s
Beard heeft een meer dan uitstekende livereputatie. Na het vertrek
van frontman Neil Morse heeft Nick D'Virgilio zijn plaats ingenomen.
Bij optredens geeft dit natuurlijk voor een drummer de bekende
problemen, dus is “live” Jimmy Keegan
als aanvulling aangetrokken. Een registratie van concerten in Duitsland
tijdens de Europese tour in het voorjaar 2005 is nu als dubbel-cd
uitgebracht, getooid met de wonderlijke titel ‘Gluttons for
Punishment’. Genoemde tour
stond in het teken van hun laatste studioalbum ‘Octane’.
Van dit album, maar ook van de voorganger, werd een flink aantal
songs gespeeld. Maar ook het oudere werk werd niet vergeten. Zo werden
o.a. ‘At
the End of the Day’, ‘The Light’ en ‘Harm’s
Way’ door Nick D'Virgilio opvallend gemakkelijk uitstekend vertolkt.
De twee cd’s zijn werkelijk een feestje. Een uitgebalanceerde
tracklist laat een ijzersterke band horen. De lat ligt hoog tegenwoordig,
maar Spock’s Beard wipt er met het grootste gemak overheen.
Gelukkig is men van het laatste album ‘You are Everything’ niet
vergeten waarin de gitaarsolo van Alan Morse zo mogelijk nog mooier
is dan op de studioversie. Nog iets ronder en gerijpter. Prachtig
toetsenwerk van Ryo Okumoto op 'NWC' maakt bijna een jamsessie van
het nummer. Maar ook ‘A Flash before my Eyes’ staat als
een huis. De wisselwerking tussen beide drummers is prima, het doet
aan de duels Phil Collins/Chester Thompson denken nadat Peter Gabriel
Genesis verlaten had.
’Live in 2005 - Gluttons for Punishment’ bevestigt wat we
al wisten. Na een aarzelende start van het Neil Morse loze tijdperk
van de band met ‘Feel
Euphoria’ en het veel betere vervolg ‘Octane” wordt
deze lijn overtuigend voortgezet. Dat belooft nog wat.
Jprog (9-2005)
Bezetting:
Nick D'Virgilio - vocals, drums
Alan Morse - guitar
Ryo Okumoto - keyboards
Dave Meros - bass
Jimmy Keegan - drums
Spock's Beard - Spock's Beard |
Label: |
|
Site: |
spocksbeard |
Jaar: |
2006 |
Duur: |
77:13 |
Recensent: |
Holand |
Waardering: |
|
|
Op 'Octane' had Spock’s Beard de goede richting na het vertrek van Neil Morse gevonden. Wordt deze lijn voortgezet op de titelloze opvolger?
De cd opent overweldigend met 'On a perfect day'. Toen ik het nummer de eerste keer hoorde had ik direct het idee: dit is een top-cd. Strak ritmisch, pompende bas, uitstekend door Nick D’Virgilio gezongen, prachtige toetsenpartijen, geweldige gitaren waaronder een dubbele akoestische, een machtig symfonisch intermezzo met cello en fluit. Magnifiek. Het erop volgende instrumentale 'Skeletons At The Feast' is ook al een dergelijke bruisende pot progressieve muziek anno 2006. Maar dan volgt een terugslag met de gelukkig korte ballad 'Is this Love'. Een geheel andere richting dus, meer gewone ’mainstreampop’. Via de matige song ‘All That's Left’ komen we bij het langste nummer, ‘With Your Kiss’. Ook hier zitten niet direct pakkende structuren in maar gelukkig geeft een sterke gitaarsolo van Alan Morse een positieve wending aan het geheel en inspireert het Ryo Okumoto tot mooi keyboardspel. Helaas volgen dan een viertal magere composities die mij niet kunnen boeien. Pas het uit vier delen bestaande ‘As Far As The Mind Can See’ brengt nieuw elan. Het begin is nog wat aarzelend, maar de registers gaan vol open met geweldige instrumentale en vocale momenten met een ruime plaats voor solo-uitstapjes. Het afsluitende ‘Rearranged’ is weer vlees nog vis met een sporadisch interessant moment op gitaar en toetsen.
Jammer dat een album met een dusdanige opener als 'On a perfect day' zo inzakt. Of waren de verwachtingen daardoor te hoog gespannen? Men had naar mijn mening beter wat nummers weg kunnen laten, zoals ’Sometimes They Stay, ‘Sometimes They Go’, ‘The Slow Crash Landing Man’, ‘Wherever You Stand’ of ‘Hereafter’. Maar dat is teveel om een uitstekend album te worden, ondanks de dan nog resterende speelduur van bijna vijftig minuten. Na het ijzersterke ‘Octane’ doet deze titelloze opvolger, meestal een teken van kracht en vertrouwen, teleurstellen. De band is natuurlijk ijzersterk. Nick D'Virgilio zingt prima en drumt zoals vanouds geweldig, Alan Morse is een zeer goede gitarist, Ryo Okumoto een buitengewoon creatieve toetsenspeler en Dave Meros een degelijke bassist. Maar het wil deze keer bij mij niet vallen zoals eerder werk dat wel deed waardoor ternauwernood drie OJE's gehaald worden.
Holand (12-2006)
Bezetting:
Nick D'Virgilio - vocals, drums
Alan Morse - guitar
Ryo Okumoto - keyboards
Dave Meros - bass
Spock’s Beard leek zijn beste tijd te hebben gehad. Eerst het vertrek van zanger, multi-instrumentalist en artistiek brein Neal Morse. Dit werd prima opgevangen door de zang van drummer Nick D’Virgilio. De latere albums waren van redelijk tot goed niveau. Hoewel degelijk en zeker niet opzienbarend, ze wilden bij mij maar moeilijk beklijven. D’Virgilio had opeens geen tijd meer voor de band hoewel hij in diverse andere projecten opduikt. Zie daar, men heeft een nieuwe zanger gevonden in de van Enchant bekende Ted Leonard. En Jimmy Keagan die al "live" de drums beroerde voor D’Virgilio is nu permanent aanwezig. Het heeft de groep op dit elfde album veel nieuwe inspiratie gegeven. ‘Brief Nocturnes & Dreamless Sleep’ laat een herboren band horen. Het oude SB-geluid klinkt best door, maar goede en pakkende songs met bezieling en vernuft rijgen zich aan elkaar. Ted Leonard doet de vorige zangers zomaar vergeten en zingt beter en vooral gevarieerder dan hij ooit bij Enchant deed. De uitsmijter is het afsluitende ‘Waiting for Me’. Daar lijkt zelfs Neal Morse teruggekeerd in de gedaante van Leonard en speelt Alan Morse weergaloos zijn eerste lange gitaarsolo. Spock’ Beard is weer terug aan de top.
Discografie:
The Light (1995)
Beware Of Darkness (1996)
The Kindness Of Strangers (1998)
Day For Night (1999)
V (2000)
Snow (2002)
Feel Euphoria (2003)
Octane (2005)
Gluttons For Punishment (2006)
Spock’s Beard (2006)
X (2010)
Brief Nocturnes & Dreamless Sleep (2013)
© 2003-2024 OJE Music OJE Web All Rights Reserved
|