E
Echolyn
- The End is Beautiful
|
Label: |
Velveteen |
Site: |
echolyn.com |
Jaar: |
2005 |
Duur: |
55:50 |
Recensent: |
H.
'JoJo' de V. |
Waardering: |
Max Score
|
|
Als fervent liefhebber van progressieve muziek in het algemeen en van
jaren zeventig icoon Gentle Giant in het bijzonder, valt de Amerikaanse
band Echolyn niet te missen. Want Echolyn heeft het laatste anderhalve
decennium nogal wat neergezet.
De band begon wat aarzelend in 1991 met ‘Echolyn’.
Gelukkig maar want bands die direct met een meesterwerk op de proppen
komen vallen nadien vaak in een groot en zwart gat. Opvolger ‘Suffocating
the Bloom’ liet echter al groei horen naar een doordacht eigen
geluid. In de navolgende vier werken werd deze ontwikkeling doorgezet
met als tussentijds hoogtepunt het prachtige ‘Mei’ uit 2002.
De werkwijze bleef al die jaren hetzelfde: improvisatie als startpunt
en invalshoek voor de uiteindelijke melodielijnen en arrangementen. Ook
op hun nieuwste album, waar de tracks vaak zijn ontstaan vanuit de ritmes
die door drummer Paul Ramsey zijn neergelegd tijdens studio- en/of live-improvisaties.
Wat ook stabiel bleef in de tijd was de hoorbare invloed van Gentle Giant.
Complexe ritmes en breaks, parellelspel tussen gitaar en keys en
a-tonische (samen)zang zijn daar de belangrijkste uitingen van. Hoewel
de reus aardig bleef, maakte Gentle Giant een wending naar steviger progrock.
Wederom een parallel want ook Echolyn, waar overigens bassist Tom Hyatt
terug is als vast lid, klinkt op ‘The End is Beautiful’ soms
harder en minder lieflijk dan op ‘Mei’. De Amerikanen komen
overtuigend uit de startblokken met ‘Georgia Pine’, waarvan
het door de ritmegitaar gedomineerde thema en het aanstekelijke refrein
lang blijven doorzingen. Zo ook de gierende, ouderwets klinkende synthesizersolo. ‘Heavy
Blue Miles’ handelt over de manier waarop angst door politici,
godsdiensten en de media wordt gebruikt c.q. misbruikt om ons geweten
en gevoel te manipuleren. Het is een wonderschone naar een climax opgebouwde
track met veel verrassingen en met de ‘comeback’ – in
1993 deed men dat al eerder - van een volledige blazerssectie die het
geluid nog meer ‘body’ geeft. Hetzelfde geldt voor een ander
hoogtepunt ‘Lovesick Morning’ - wie kent dat gevoel niet
- waarin de romantiek zowel in tekst als muziek een grote rol speelt.
Luisterend naar ‘Make Me Sway’ doemt een wellicht verrassende
vergelijking met de bijzondere muziek van Faith No More op. Er wordt
gezongen à la Mike Patton en de strakke, harde ritmes herinneren
aan deze band. Ook op andere momenten heb ik die associatie zoals in ‘So
Ready’. In de titeltrack, in ‘The Arc of Descent’ en
in afsluiter ‘Misery not Memory’ stijgt de band tot grote
proghoogtes. Vooral het geweldige orgelspel van Buzby, de symfonische
vocale arrangementen en het aanstekelijke samenspel vallen op.
Na het
geweldige ‘Mei’ had ik mijn twijfels of Echolyn erin zou
slagen het hoge niveau vast te houden en tevens nog een stap vooruit
te zetten. Alle complimenten aan de band want het is in alle opzichten
gelukt. Een meesterwerk laten volgen door een meesterwerk is niet iedereen
gegeven. En er zit nog groei in. De uiteindelijke bestemming zal prachtig
zijn.
H. ‘Jo Jo' de V. (09-2005)
Bezetting:
Christopher Buzby - keyboards, backing vocals
Brett Kull - guitars, lead and backing vocals
Paul Ramsey - drums, percussion, backing vocals
Ray Weston - lead and backing vocals
Tom Hyatt - bass, backing vocals
Discografie:
Echolyn (1991)
Suffocating the Bloom (1992)
…and every blossom (1993)
As the world (1995)
When the Sweet Turns Sour (1996)
Cowboy Poems Free (2000)
Mei (2002)
ProgFest '94: The Official Bootleg (2002)
Official Live Bootleg: Jersey Tomato (2003)
As the world (reissue)
(2005)
The End is Beautiful (2005)
Egg
- The Polite Force
|
Label: |
Sunrise Records |
Site: |
- |
Jaar: |
1970 |
Duur: |
42:43 |
Recensent: |
H. 'JoJo' de V. |
Waardering: |
|
|
Als
progadept kent u uiteraard de bekende namen uit de Canterbury-scene
zoals Caravan, Hatfield and the North, National Health en Soft Machine.
Maar ook het minder bekende Egg hoort in deze illustere opsomming
thuis. Egg vormde na Uriel de tweede band van Dave Stewart, op een
later moment in zijn carrière toetsenspeler bij bijna alle
bovengenoemde grote namen. Het etiket 'Canterbury sound'
is indertijd bedacht door recensenten en fans om hun eigen gedachten
ordenen. Zoals we in Nederland de 'palingsound' kennen,
doelend op de muziek die uit Volendam en omstreken komt. Ik heb weleens
gelezen dat Pye Hastings van Caravan niet blij was en is met dit etiket.
Toch is het niet alleen een ordeningsprincipe maar wat mij betreft
bestaat de Canterbury-sound wel degelijk. En dat weet Pye natuurlijk
als geen ander. Het valt toch niet te ontkennen dat als we naar genoemde
bands luisteren er een duidelijke overeenkomst is waar te nemen in
de opbouw van de tracks, de manier van zingen, het typische geluid
van het orgel, de produktie en de sfeer die de nummers oproepen. Zo
ook bij Egg. Laat mij het horen zonder uitleg en ik zou hebben geraden
waar de band vandaan komt. En dat zegt niets over mij, maar wel over
de sound van de band. En dan laat ik de verschillende personele vertakkingen
en verbindingen die er in de Canterbury-stamboom zitten nog buiten
beschouwing.
Egg
heeft begin jaren 70 drie albums afgeleverd. Het hier besproken 'The
Polite Force' is de tweede. De band laat zich op deze schijf
horen als een 'Hatfield and the North avant la lettre',
met daaroverheen een jazzy-saus met name veroorzaakt door het gebruik
van blazers en de manier van zingen van Mont Campbell. Het album begint
overrompelend met 'A Visit to Newport Hospital' dat bestaat
uit een stevig thema, afgelost door een rustiger intermezzo met zang
en prachtig karakteristiek orgelspel van Dave Stewart. De jazzy-indruk
die het nummer achterlaat roept associaties op met Brian Augers Oblivion
Express. De tekst handelt over het leven als min of meer beginnende
muzikanten. Een leven dat met name bestaat uit het hangend in de achterbak
van de bestelauto op weg zijn van café naar muziekzaal op het
Engelse platteland: 'we ate and loved and slept and no-one was
to blame'. 'Contrasong' is een up-tempo nummer dat
gedomineerd wordt door een blazerssectie onder leiding van de in psychedelische
kringen beruchte tenorsaxofonist Bob Downes. Campbell zingt alsof
hij op de hielen wordt gezeten en het lijkt wel alsof hij de tekst
'rapt', al was dat toen nog niet uitgevonden. Een knap
nummer. Het doortrekken van een toilet markeert de start van 'Boilk',
een experimentele track waarin een thema van Bach is verwerkt. Het
is zo'n typisch psychedelisch nummer zoals men dat alleen maar
in die tijd kon maken. Het zou niet misstaan hebben op de setlist
van de vroege Pink Floyd. Ronduit indrukwekkend is het 20 minuten
durende instrumentale 'Long Piece No. 3'. Hier komen complexiteit
en experiment samen, hetgeen bijna niet anders dan kan resulteren
in een avant-gardistisch geheel dat meerdere malen moet worden beluisterd
voordat de geheimen worden prijsgegeven. En natuurlijk staat daarin
het heerlijke hammondgeluid van Dave Stewart centraal.
'The
Polite Force' is een niet gemakkelijk werkstuk dat door de liefhebbers
van de Canterbury sound niet mag worden gemist in de verzameling.
Het maakt de chronologische lijnen tussen de diverse bands goed zichtbaar.
Bovendien is het na enige draaibeurten in alle opzichten genieten.
H. 'JoJo' de V (2003).
Bezetting:
Mont Campbell - bass,
vocals
Dave Stewart - organ, piano
Clive Brooks - drums
Discografie:
Egg (1969)
Polite Force (1970)
Civil Surface (1974)
Seven is a Jolly Good Time (compilatie van het eerste album en singles)
(1985)
Enchant - Tug of War
|
Label: |
|
Site: |
Enchant |
Jaar: |
2003 |
Duur: |
72:10 |
Recensent: |
JProg |
Waardering: |
|
|
Enchant
hoort bij mij tot de artiesten waarvan ik de cd's nooit
in één
keer geheel afspeel, de muziek relatief weinig draai maar waarvan
telkens nieuw werk zonder proefluisterbeurt wordt aangeschaft.
Bij Enchant heb ik daarnaast nog het idee dat de albums elkaar
heel snel opvolgen. Het voorlaatste werk, 'Blink Of An Eye',
is nauwelijks verteerd.
Het nieuwe album 'Tug of War' is geen uitzondering op geschetste
ervaring. De bandbezetting is redelijk stabiel hoewel er op dit
album een toetsenist de gelederen is komen versterken. De drummer
is er sinds het vorige album bij. De bepalende zang van Ted Leonard
is als vanouds aanwezig. Er wordt wel eens opgemerkt, Enchant mist
een eigen gezicht, herkenbaarheid in de muziek. Ik ben het daar
gedeeltelijk mee eens. De songs zijn hoewel goed gestructureerd
en vakkundig gespeeld, gelijkvormig waardoor bij een eerste beluistering
al snel het idee ontstaat "dit heb
ik al eens eerder gehoord". Maar Enchant albums hebben wat
tijd nodig om te rijpen en door de jaren heen is er typische Enchantmuziek
ontstaan.
'Tug of War' opent met twee ouderwetse Enchant nummers 'Sinking Sand'
en de titelsong 'Tug of War'. Goede songs maar echt op gang komt
de cd bij de derde track 'Hold the Wind'. Het nu aanwezige keyboard
geeft een verfrissend en onderscheidend karakter aan het huidige
Enchant. De ballad 'Beautiful' laat dit in versterkte mate horen.
In het volgende 'Queen of the informed' zit zelfs een spacy keyboard
intermezzo. Heel bijzonder voor deze band. De prachtige gitaarsolo
buigt de track weer naar de meer traditionele sound van de groep.
'Living in a Movie' is een mooie song met veel tempowisseling en
variaties en laat horen dat Enchant door de jaren naar hoog niveau
is gegroeid. 'Long way down' klinkt wat saai maar moet misschien
nog groeien. 'See no Evil' wil niet echt opvallen maar dat komt misschien
ook door het hoge niveau van de andere tracks. Het instrumentale
'Progtoloy' is een lust voor het oor. Alle progressieve- symforock
elementen komen langs. Top. De ballad 'Comatose' rondt het geheel
met wederom een hoogtepunt in stijl af. De cd bevat ook nog een bonustrack,
'Below Zero live'.
'Tug of War' is voor mij het eerste Enchant album welke ik niet in
stukken en brokken beluister. Prachtige heldere productie, geraffineerde
songs en meer variaties dan op eerdere werkstukken. Op naar het
volgende album.
De InsideOut uitgave mag er weer zijn. Prachtig artwork waarop zelfs
de hoezen van het vorige albums 'Wounded' en 'Blink of an Eye' te
zien zijn. En zoals te doen gebruikelijk bij Enchant cd's,
het is weer een High Definition CD.
JProg
(2003).
Bezetting:
Ted Leonard - Vocals
Douglas A. Ott - Guitars
Ed Platt - Bass
Sean Flanegan - Drums
Bill Jenkins - Keyboards
Discografie:
A Blueprint Of The World (1995)
Wounded (1996)
Break (1998)
Juggling 9 or Dropping 10 (2000)
Blink Of An Eye (2002)
Tug Of War (2003)
Ensemble
Nimbus - Scapegoat
|
Label: |
Record Heaven |
Site: |
Recordheaven.net |
Jaar: |
1998 |
Duur: |
49:14 |
Recensent: |
H 'JoJo' de V |
Waardering: |
|
|
Er
zijn van die hoezen waar je naar blijft kijken. En waarop je zelfs
na jaren turen nog nieuwe details ontdekt. Die beeldervaring heb ik
bijvoorbeeld met de sprookjesachtige hoezen van Wise after the Event
van Anthony Phillips, Bilbo van Par Lindh, Nursery Cryme van Genesis
en The Services of Mary Goode van Janison Edge. De hoes van Scapegoat
van Ensemble Nimbus kan daaraan worden toegevoegd. Een surrealistisch
geheel gebaseerd op een schilderij van Bert Johnny Nilsson. Hoewel
de hoes van Scapegoat wat minder gelaagd is dan de hierboven genoemde
hoezen, blijft het mij intrigeren. Jammer dat de beelddetails in het
boekje door uitvergroting aan scherpte hebben ingeboet. Maar de voorzijde
blijft 'een plaatje'.
En zit het intrige ook in de muziek van dit ensemble? Ik durf daar
volmondig 'ja' op te antwoorden. Want ook de muziek geeft pas na meerdere
luisterbeurten zijn details prijs, hetgeen is terug te voeren op de
complexiteit van de tracks waarin de geesten van wijlen Frank Zappa
en de weirdos van Henry Cow veelvuldig rondwaren. Die inspiratiebronnen
leveren avant-gardistisch getinte prog op die staat als een huis.
Onder leiding van de officieuze Flower King Hasse Bruniusson trekt
men voortvarend van leer in het openingsnummer 'Burning Arrows', met
bijna 9 minuten het langste nummer van het album. Na een dreigend
intro bouwt de track zich langzaam op en geven steeds meer instrumenten
acte de presence, met de viool en klarinet als 'leiders'. De track
is doordrenkt met een creepy stem die mij doet denken aan een Amerikaanse
televisiedominee. Nu speelt religie toch een rol op deze schijf, getuige
titels als 'Offering', 'The Cross of Infamy' en 'Three Figures', waarbij
de heren enig cynisme en ironie niet kan worden ontzegd. In het laatstgenoemde
nummer zitten wat folk-elementen verwerkt en is het thema geheel in
Zappaiaanse 'Waka-Jawaka' traditie opgetrokken. Eén van de
sterkere tracks van Scapegoat met zijn onverwachte breaks en wendingen
en zijn melting pot aan stijlen. Avantgardisme ten top komt voorbij
in 'Algebra of Needs', waar het gemurmel van de blazers met daaroverheen
de gitaarklanken van Almkvist een vervreemdend effect geven en het
lijkt alsof ik in een andere wereld verkeer. Absoluut hoogtepunt vormt
'Offering' dat geïntroduceerd wordt met een kerkorgel, gaandeweg
een wonderlijke schoonheid ontvouwt, teksten uit Het Oude Testament
bevat en overgoten is met een saus van zigeunermuziek. Ook 'Trial
by Error' mag er zijn en biedt met zijn wat traditionelere opmaak
een rustpunt. Ook hierin valt de invloed van Balkan-muziek op, terwijl
we het hier toch over Zweedse muzikanten hebben. Het album sluit in
stijl en met hoge kwaliteit af met 'Wooden Tuxedo' dat zowel qua titel
als uitvoering door Zappa geschreven zou kunnen zijn en met 'Epigram',
waarbij de ondertitel 'chamber music' passend zou zijn.
Voor de liefhebbers van niet al te gemakkelijke muziek die zich op
de grensvlakken van prog, avant-garde en jazz beweegt, is dit een
absolute aanrader. Geef het album de tijd zich aan u te ontvouwen.
Al luisterend en turend op de hoes bent u niet meer van deze wereld
. en dat kan in deze roerige tijden soms een verademing
zijn.
H.
'JoJo' de V (2003).
Bezetting:
Hakan
Almkvist - guitar, bass, tapes keyboards, loops, voice
Lars Bjork - bass and altered clarinet, loops
Hasse Bruniusson - acoustic and electric drums, percussion, computers
Kirk Chilton - violin, viola, voice
Discografie:
Key Figures (1994)
Scapegoat (1998)
Garmonbozia (2000)
Epidaurus - Earthly Paradise
|
Label: |
GEMA (1004) - Penner (001) |
Site: |
- |
Jaar: |
1977 |
Duur: |
32:28 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
Max Score
|
|
Epidaurus
was een Duitse band die geformeerd werd rond het jaar 1976. Het is
me nog steeds niet echt duidelijk of die band in die periode ook optredens
heeft gegeven of slechts actief was in de studio. Het resultaat van
dit studiowerk was 1 album, het in 1977 uitgekomen "Earthly Paradise".
Dit werd opgenomen en gemixt gedurende de zomer in slechts 3 dagen!!
De band werd geformeerd rond Gunther Henne en Gerd Linke, die beide
mellotron, orgel, moog en piano speelden. Opvallend is ook dat Epidaurus
geen gitarist had. De stukken gitaar die wel te horen zijn werden
ingespeeld door Linke (zoals in het 2e nummer). Het resultaat is een
album dat onder de noemer "keyboard paradise" valt. Het
album is voor de helft instrumentaal, alleen de eerste 2 nummers (kant
1) bevatten de zang van Christianne Wand. Haar zang doet nog het meest
denken aan een hoge versie van Annie Haslam (Renaissance). Hoewel
ze soms zo hoog uitkomt dat ze er qua geluid "tegen aan" zit, past de zang uitstekend bij de muziek. Maar wat is er van de muziek
te zeggen. Het heeft een eigen stijl, het is niet zo dat het sterk
doet denken aan een andere band. Opvallen zijn wel wat Genesis-invloeden
(periode 77). Verder zou je het kunnen plaatsen in de lijst Spring,
Landberk, Fantasy en Sandrose, allen bands die het geluid sterk door
keyboards en mellotron lieten domineren. Opvallend is ook dat dit
album bij mij een zelfde emotie oproept als bij Lizard van King Crimson,
hoewel het muzikaal toch wel heel anders is.
Om het verhaal kort te maken, een aanraden voor liefhebbers van bovengenoemde
bands en "seventies-prog" in het algemeen. Met name door
de geweldige toetsen en de heerlijke sfeer een ware topper. Mocht
iemand het nog origineel op LP hebben, wees er voorzichtig mee, originele
exemplaren zouden zo rond de 350 'euri' waard zijn.
OProg
(2003).
Bezetting:
Gunther
Henne - Keyboards
Gerd Linke - Keyboards
Christiane Ward - Vocals
Heinz Kunert - Bass
Manfred Struck - Drums
Volker Oehmig - Drums
Discografie:
Eartly Paradise (1977)
...Endangered (1995)
Evergrey - A night to Remember
|
Label: |
|
Site: |
Evergrey.net |
Jaar: |
2005 |
Duur: |
112:18 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
Gezien het grote aantal concerten dat de
Zweedse band Evergrey de afgelopen jaren heeft
gegeven mag het een wonder heten dat ‘A Night to Remember' pas
het eerste live-album is. Het heeft vijf studioalbums moeten duren
maar toegegeven, het resultaat is er dan ook naar. De opname is
perfect en de band prima in vorm.
De lezer die bekend is met Evergrey zal nu al direct
weten wat hij kan verwachten. Voor de mensen bij wie nu geen belletje
gaat rinkelen. Evergrey maakt hele knappe progressieve metal. Met 'In
Search of Truth' uit 2001 zijn de heren gaan behoren tot de eredivisie
van de progmetal. De twee daarop volgende cd's, 'Recreation Day' en
'The Inner Circle', bevestigen dit alleen maar. Zelf
plaats ik ze altijd in het rijtje Vanden Plas, Shadow Gallery en Symhony
X. Dit heeft overigens ook voor een groot deel te maken met de sfeer
die de muziek oproept. Evergrey is ook geen band van constant raggen
en freaken. De muziek bevat een hoop rustpunten en ook ballads schuwen
de Zweden niet. Misschien met uitzondering van drummer Jonas Ekdahlm,
die altijd wel hard speelt.
Live albums kan je bijna altijd wel zien als een soort ‘best of' en dat is ook hier weer het geval. De band is sterk bezig en de nummerkeuze is ook prima. Natuurlijk is het nooit mogelijk om alles te spelen maar op deze manier is het een goed lopende set. Tom Englund is goed bij stem, iets rauwer dan in de studio en dat past goed bij de sfeer van het album. Het hele oeuvre komt aan bod, van elk album is wel een stuk aanwezig. Verder zit er weinig zinloze opvulling tussen de nummers, in de vorm van zinloze dialogen.
Mensen die zich aangesproken voelen tot de hardere vormen van prog
zullen met dit schijfje wel vooruit kunnen. Het is een goede introductie
tot de band maar ook de fans zullen ‘A Night to Remember' omarmen.
Het klinkt, net als de zang, live allemaal iets dynamischer. Dit
laatste wil zeggen dat Evergrey gewoon een prima band is die haar
reputatie ook live waar kan maken. Natuurlijk wisten velen dat al
van de concerten, maar het bewijs is nu ook in de winkel te koop.
Nog leuker is misschien wel dat er ook een dvd aankomt van hetzelfde
concert. Voor wie nu al wil weten hoe dat eruit zal zien moet even
de site bezoeken waar een trailer te zien is.
Bezetting:
Tom S. Englund - guitars & vocals
Jonas Ekdahl - drums
Michael Hakansson - bass
Rikard Zander - keyboards
Henrik Danhage - guitars
Gasten:
Carina Kjellberg - vocals on “For Every Tear That Falls”
Evergrey - Monday Morning Apocalypse
|
Label: |
|
Site: |
Evergrey.net |
Jaar: |
2006 |
Duur: |
44:48 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
Evergrey is bepaald geen kleine jongen meer binnen de wereld van de progmetal. Binnen het genre is het immers een toonaangevende band geworden en ook daarbuiten vallen de heren op. Zo hadden ze vorig jaar bijna een Zweedse ‘Grammy' gewonnen voor hun live-dvd. Een nominatie die ook Abba kreeg. Dan ben je geen onbekende meer in muziekland, maar ‘Monday Morning Apocalyse' is dan ook al hun zesde album.
Het in 2003 verschenen ‘Recreation Day' kan me nog steeds erg bekoren en is wat mij betreft hun hoogtepunt. Het een jaar later verschenen ‘The Inner Circle' is nooit een veeldraaier geweest. De muziek was gladder en ik miste de scherpe randjes. Het werd allemaal meer voorspelbaar en simpeler, met name qua compositie. Tevens was de spontaniteit een beetje weg, het klonk allemaal een beetje ‘gemaakt'.
Met ‘Monday Morning Apocalypse' is de verrassing en frisheid in ieder geval weer helemaal terug. Opvallend is, dat Thomas Englund de productie uit handen heeft gegeven. Sanken Sandquist en Stefan Flaumann, bekend van o.a. Rammstein, Bon Jovi en Def Leppard zijn achter de knoppen gedoken. Dit heeft dus niet tot gevolg gehad dat Evergrey verder is gegaan waar het vorige album ophield en zo het commerciële ravijn in is gegleden. Dit ondanks het feit dat de nummers korter, compacter en directer zijn geworden. Nu hoorde ik al iemand die zei dat het niet meer klinkt als Evergrey maar ben ik het niet mee eens. De stem van Englund is nog steeds duidelijk herkenbaar, ondanks dat hij veel meer kanten van zichzelf laten horen. De samenzang komt zeer bekend voor en ook de gitaar heeft onmiskenbaar het geluid van Evergrey.
Na de stevige opener in de vorm van het titelnummer, waar de gitaar de dominante factor is zijn er ook wat rustigere momenten met mooie, heldere gitaarstukken. Dit zijn nummers als ‘Unspeakable' en het gevoelige ‘Till Dagmar', waar de piano van Rikard Zander geweldig uit de verf komt. 'Obedience' en 'At Loss For Words' laten weer een aantal uitstekende metal-rifs horen en gaan ook de hardere kant op. ‘The Dark I Walk You Through' is een sterk emotioneel nummer dat tegen het einde komt en valt vooral door zijn goede, sociaal betrokken tekst op. ‘In Rememberance' is door de sterke achtergrondzang en donkere sfeer ook een aanrader.
Voor oudere fans is dit zeker verplichte kost en met het frisse, vernieuwde geluid, verwacht ik zeker dat de band nog populairder kan worden dan ze op dit moment is. De nummers blijven na één keer luisteren hangen maar ook na meerdere luisterbeurten zijn er nog nieuwe dingen te ontdekken. Persoonlijk mis ik soms het kippenvel dat een album tot topklasse maakt en dat is dan ook de reden dat Evergrey net de vijfde OJE misloopt. Niet getreurd, met het huidige resultaat kan je als band nog steeds thuiskomen. Ik denk zelf dat er voor de toekomst nog meer uit te halen is.
Bezetting:
Tom S. Englund - guitars & vocals
Jonas Ekdahl - drums
Michael Hakansson - bass
Rikard Zander - keyboards
Henrik Danhage - guitars
Discografie:
The Dark Discovery (1998)
Solitude + Dominance + Tragedy (1999)
In Search Of Truth (2001)
Recreation Day (2003)
The Inner Circle (2004)
A Night to Remember (Live) (2005)
© 2003-2024 OJE Music OJE Web All Rights Reserved