Derek Sherinian
Derek Sherinian - Black Utopia |
Label: |
|
Site: |
|
|
Jaar: |
2003 |
Duur: |
44:52 |
Score: |
|
Door: |
OProg (09-03) |
Derde album alweer van de voormalig Dream Theater-toetsenist. Al vrij snel na het overweldigende Planet X album van vorig jaar. Ook deze keer weet Derek een aantal topmuzikanten te strikken. Zo komen o.a. Yngwie Malmsteen, Al di Meola, Jerry Goodman en Simon Phillips langs. Ondanks de grote namen niet zo'n topper als de laatste Planet X. Het geheel komt zo nu en dan wat geforceerd over en de composities zijn ook niet altijd even sterk. Desondanks toch een lekker album.
Voormalig
Dream Theater toetsenist Derek Sherinian heeft de afgelopen jaren
bepaald niet stil gezeten. Naast het uitbrengen van materiaal
met Platypus, Planet X en Jughead is 'Mythology' alweer zijn vierde
studioalbum. Gebrek aan gastmuzikanten heeft de heer Sherinian
bepaald niet. In het verleden kwamen onder andere gitarist Steve
Lukather en Tom Kennedy opdagen. Op zijn vorige album, 'Black
Utopia', konden we luisteren naar de gitaristen Al di Meola en
Yngwie Malmsteen en bassist Billy Sheehan. Tot de vaste gasten
behoren inmiddels drummer Simon Phillips voormalig Mahavishnu
Orchestra violist Jerry Goodman en gitarist Zakk Wylde.
Albums die gevuld zijn met instrumentale muziek gespeeld door virtuozen
hebben vaak een groot risico. Niet zelden is het eindresultaat een
cd vol met oeverloos gefreak en veel solo's, terwijl de composities
matig zijn. Alsof alles draait om maar zo vaak en lang mogelijk te
laten horen hoe goed alle muzikanten zijn. De vorige albums waren compositorisch
redelijk. Helaas klonk de muziek regelmatig nogal eenvormig qua compositie
en dit album is daar geen uitzondering op. Gelukkig is het over het
algemeen niet puur freaken om het freaken, maar het gaat wel die kant
op. Derhalve blijft het aan de goede kant van de streep.
Opvallend aan Sherinian vind ik nog steeds dat hij niet iemand is die de show wil stelen en zelf volop in de schijnwerpers wil staan. Die taak laat hij vaak over aan de mensen die hij om zich heen heeft. Daardoor is het, net als bij zijn vorige albums, niet echt een werkstuk dat je zou verwachten van een toetsenist. De gitaarsolo's vliegen je als het ware om de oren. Ook nu is er weer een aantal topgitaristen aanwezig, wat te denken van Steve Stevens en levende legende Allan Holdsworth.
Het is wat mij betreft zinloos om het album nummer voor nummer door
te nemen. Ik denk dat de lezer wel al een idee heeft wat men kan
verwachten bij instrumentale muziek met dit soort bandleden. Kort
samengevat gaat het om progressieve rock en metal die veel weg heeft
van het materiaal dat Joe Satriani, Steve Howe, Jordan Rudess en
consorten ook met grote regelmaat op plaat zetten. Op zich bevalt
'Mythology' me wel. Met name de nummers waarin Holdsworth te horen
is, 'Day of the Dead' en 'Trojan Horse' behoren tot de hoogtepunten.
In beide nummers valt er tevens te genieten van het vioolwerk van
Jerry Goodman. Daarnaast zijn ook 'A View from the Sky' en 'El Flamingo
Suave' prima. De afsluiter genaamd 'The River Song' is het absolute
dieptepunt van de cd. De slechte Ozzy Osbourne-achtige zang van Wylde
had beter achterwege kunnen blijven.
Met 'Mythology' heeft Sherinian weer een goed album uitgebracht.
Risico is dat het materiaal wel heel erg op elkaar gaat lijken maar
zolang er nog grootheden als Allan Holdsworth beschikbaar zijn mag
hij nog wel even doorgaan. Misschien zou hij voor het volgende album
meer tijd uit kunnen trekken zodat een eventuele toekomstige release
geen missers en mindere nummers meer heeft. Nu waren de laatste twee
albums goed, maar als de beste songs van de laatste twee cd's op één
album hadden gestaan was het misschien een absolute topper geweest.
OProg (11-2004)
Bezetting:
Derek Sherinian - keyboards
Tony Franklin - fretless Bass
Jerry Goodman - violin
Allan Holdsworth -guitar
Steve Lukather - guitar
Simon Phillips - drums
Steve Stevens - guitar
Zakk Wylde - guitar
In aanvang vond ik ‘Blood of the
Snake’ van Derek Sherinian
een matig album. Compositorisch is het aan de magere kant en synths
klinken als gitaren en gitaren als synths. En ook de ambitie om sneller
te spelen dan de eigen schaduw draagt eraan bij dat eenvormigheid
meer dan op de loer ligt. De hoes trekt eveneens geen volle zalen,
en dan beschik ik nog maar over een promoversie, door zijn opeenstapeling
van clichés
(vette kleuren, bloed, naakte vrouwen, slangen) die een progmetalhoes
een progmetalhoes doen zijn. De obligate en weinig creatieve titel
van het album versterkt dit beeld nog eens. Ondanks deze kritiek
ontstond bij mij gaandeweg het voordeel van de twijfel. De tomeloze
inzet en het technisch kunnen van de band en de poging om nieuwe
paden (jazzrock) te bewandelen en te integreren met de progmetal ‘roots’,
zijn daar de oorzaak van. Alsmede het gegeven dat het album per saldo
hoger uitkomt dan voorlopers ‘Mythology’ en ‘Black
Utopia’, waar alle genoemde defecten zich exponentieel voordeden
en ieder gaatje in instrumentatie en compositie volledig was dichtgeplamuurd.
De opener productie van ‘Blood of the Snake’ en een paar
relatieve rustpunten zoals het jazzy ‘On The Moon’ leveren
derhalve ook punten op.
Sherinian beheerst zijn keyboards voortreffelijk,
buit in marketing-technische zin zijn korte en verre verleden bij Dream
Theater nog steeds uit en wordt door velen in het subcultuurtje waarin
hij zich beweegt zeer gewaardeerd. Hetgeen blijkt uit de opstelling
op dit album. Een aanvallend ingestelde formatie met vedetten als Billy
Idol, Zakk Wylde, ex-Guns and Roses’ Slash, Yngwie Malmsteen,
Simon Phillips en vroegere kompaan John Petrucci. Hij ligt goed in
de groep die Sherinian.
‘Blood of the Snake’ opent met ‘Czar
Of Steel’ dat een thema kent dat al zo’n duizend keer – nee,
ik overdrijf; het zullen er een paar honderd zijn – in de prog
is gebruikt. Toch is het een krachtige, instrumentale opener door de
prima ‘groove’. Wat volgt is ‘Man With No Name’ met
Ozzy-achtige zang van Wylde dat daardoor aan Black Sabbath schatplichtige
hardrock oplevert. Aardig. ‘Phantom Shuffle’ zet ik neer
als jazzy hardrock of harde jazzrock met op echte alt sax Brandon Fields.
De andere te horen ‘woodwinds’ zijn volgens mij echter
digitale ‘woodwinds’.
De track kent een typische Miles Davis opbouw en sound. Daarmee slaat
Sherinian voorzichtig een voor hem nieuwe weg in en dat bevalt mij
wel.
Met deze drie tracks aan het begin van het album is de rest feitelijk
ook gekarakteriseerd: een combi van instrumentale en drukke progmetal,
ouderwetse hardrock en stevige jazzrock. En zowaar ging dit vijfde
album van Sherinian in de loop der luisterbeurten langzamerhand van
matig naar goed en zelfs naar uitstekend. Alleen toen kwam ‘In
The Summertime’ van
Mungo Jerry. Een dieptepunt met puntenaftrek. Wat bezielt je om zo’n
doodgedraaid en bij aanvang dertig jaar terug al melig middle-of-the-road
popliedje op een progmetal album te zetten? Het zal een gebrek aan
kritisch vermogen zijn geweest.
Sherinian heeft met ‘Blood of
the Snake’ per
saldo een goed album afgeleverd waarbij vooral het lonken naar de
jazzrock mij bevalt. Als hij dat in toekomst blijft combineren met
een transparanter productie, meer aandacht aan compositorische diepgang
geeft en lachwekkende covers achterwege laat, dan gaat het weer goedkomen
tussen Derek en mij.
JoJo (07-2006)
Bezetting:
Derek Sherinian - keyboards
Simon Phillips - drums
Brian Tichy - drums
Tony Franklin - bass
Brandon fields - alto sax
John Petrucci - guitars
Yngwie Malmsteen - guitars
Jerry Goodman - violin
Slash - vocals
Zakk Wylde - guitar, vocals
Billy Idol - vocals
Derek Sherinian, het meest bekend door zijn Dream Theater verleden en de projecten Planet X en Platypus, blijft onvermoeibaar albums onder zijn eigen naam uitbrengen. Dit is sinds 1999 nummer zes in het rijtje. Opvallend facet van deze albums is altijd de onderschikte rol die hij er zelf op speelt. Meestal steelt één van zijn gasten de show. Deze keer is dat gitarist Zakk Wylde, bekend van o.a. de Ozzy Osbourne Band, die met Sherinian de kar mag trekken. Overigens speelde hij al mee op ‘Inertia’ en ‘Black Utopia’. Naast Wylde zijn Planet X’s Virgil Donati en Tony Franklin (Whitesnake) en Brian Tichy (Foreigner) ook opnieuw van de partij.
Geheel in lijn met andere albums die Derek Sherinian maakte wordt op een technisch vaardige wijze rock en metal tot een geheel gesmeed. Van een stijlbreuk is geen sprake, hooguit van een verfijning en verdieping van de bekende aanpak. Wylde heeft er direct zin in en trekt met zijn virtuoze mix van “fingerpicking” techniek en jankende metal de opening, ‘Antartica’ en ‘Ascencion’, direct naar zich toe. Bij het derde nummer, ‘Primal Eleven’, komt Sherinian pas goed los en dat op een manier die er mag zijn. Een lekker lopende song in de beste fusionrock tradities vol grommende keyboards die uiteindelijk fraai overmeesterd worden door de gitaar van Wylde. Het als immer regelmatig asynchrone, bijna lostaande spel van drummer Virgil Donati blijft een eigenaardig fenomeen. Dit is bij Planet X zo en het is hier niet anders. Metal hoort er ook bij getuige ’Frozen by Fire’, heftig maar rechtlijnig en daardoor niet erg boeiend. Als het tempo wat lager wordt komt er meestal meer tekening in dit soort muziek en dat is op ‘The Lone Spaniard’ zonder twijfel het geval. De dubbel- en titelsong ‘Molecular Intro’ en ‘Molecular Heinosity’ is weer het bekende Sherinian werk. Ingeluid door een kerkklok vormt ‘So Far Gone’, waarop Zakk Wylde de zang verzorgt, een nogal afwijkend, sferisch en juist daardoor boeiend einde aan deze muzikale eruptie.
Met nog geen veertig minuten voegen Derek Sherinian en zijn kompanen een smakelijk hap aan zijn discografie toe. En eigenlijk is dat lang genoeg, luistermoeheid ontstaat met zulk soort muziek gemakkelijk.
JProg (02-2009)
Bezetting:
Derek Sherinian - keyboards
Zakk Wylde - guitar, vocals
Tony Franklin - bass
Virgil Donati - drums
Brian Tichy - drums, guitar
Discografie:
Planet X (1999)
Inertia (2001)
Black Utopia (2003)
Mythology (2004)
Blood of the Snake (2006)
© 2003-2024 OJE Music OJE Web All Rights Reserved
|