D.F.A.
D.F.A. - Work in Progress Live |
Label: |
|
Site: |
|
|
Jaar: |
2001 |
Duur: |
66:36 |
Score: |
|
Door: |
Holand (04-06) |
Ik heb zelden zo’n enthousiast publiek gehoord bij een relatief kleinschalig optreden van een minder bekende band. Het gebeurde tijdens het NEARfest 2000 en het overkwam het Italiaanse kwartet D.F.A. Toetsen, gitaar, bas, drums en een beetje Italiaanse zang. Het duizendkoppige publiek werd na elk nummer uitbundiger en dat verraste de bandleden bijzonder. Nu waren ze in bloedvorm maar toch. DFA speelt een eigentijdse, merendeels instrumentale jazzrock waarin ook spaceinvloeden verweven zijn. En dit met gevoel, vakmanschap en vooral een juiste dosering van de complexere stukken. Het publiek ging terecht uit het dak. Vreemd genoeg staat hun teller voor studioalbums nog maar op twee in het inmiddels ruim tienjarige bestaan. Mannen doe daar eens wat aan!
D.F.A. - Kaleidoscope |
Label: |
|
Site: |
dfa |
Jaar: |
2007 |
Duur: |
66:46 / 65:31 |
Recensent: |
OProg |
Waardering: |
|
|
Van D.F.A. heb ik al jaren ‘Work In Progress Live’ in de kast staan, waarvan ik altijd dacht dat het hun enige album was. Toen ik enkele weken geleden ‘Kaleidoscope’ op de mat vond, ging ik er dan ook vanuit dat het nieuw materiaal betrof. Verbazing alom toen bleek dat het hier om ouder materiaal ging dat, ondanks het feit dat het werk nog geen tien jaar oud is, nu in remastervorm is verschenen. Zo hebben we hier te maken met het in 1997 verschenen ‘Lavori in Corso’ en ‘Duty Free Area’ uit 1999. De muziek van de groep zit in de categorie prog die een sterke hang heeft naar fusion-jazz. Het is dan ook het beste te omschrijven als een mix van meest jazzy uitwassen van King Crimson en Gentle Giant en Italiaanse grootheden als Banco. De band maakt daarnaast gebruik van Hammond en Mellotron waardoor het een heerlijk jaren zeventig sfeertje krijgt. Origineel is misschien anders maar de groep is wel erg goed in wat ze doet.
Ik moet wel aantekenen dat D.F.A. op ‘Lavori in Corso’ nog niet helemaal tot zijn recht komt. De composities zijn niet altijd even sterk en de productie is, ondanks de remaster, bepaald niet je-van-het. Het klink allemaal nogal amateuristisch, ook doordat de mix bepaald niet super is. De balans is zo nu en dan weg en de gitaar klinkt veelal alsof er een versterker uit 1920 is gebruikt, schraal en met weinig detail. Toch is het wel een plezierige reis naar vroeger tijden. Mooie keyboardsolo’s, rustige passages en lekker gefreak van tijd tot tijd. Het grootste manco zit hem helaas niet in de productie maar in het feit dat de heren het nodig vonden zang tevoorschijn te halen. Deze is afkomstig van drummer Alberto de Grandis en voegt niks toe. Weinigzeggende coupletjes gezongen door een matige zanger. Hadden ze het maar instrumentaal gehouden.
‘Duty Free Area’ is twee jaar verder en de band is een flinke stap vooruit gegaan. De zwakke punten van het debuut zijn veelal vakkundig weggepoetst. Dat wil zeggen dat de muziek origineler is geworden en meer een eigen gezicht heeft gekregen. Het album gaan van start met ‘Escher’. Het staat als een huis en lijkt inderdaad op een muzikale beschrijving van een tekening van Maurits Cornelis Escher. Verschillende passages die geweldig in elkaar vallen. Heerlijke freakpassages van toetsenist Alberto Bonomi, een rustig middenstuk en altijd het stuwende baswerk van Luca Baldassari, die het geheel op zeer strakke wijze bij elkaar weet te houden. Het heeft wel iets weg van Ozric Tentacles die op reis naar de seventies zijn. Gelukkig heeft de band ook besloten dat zang wel iets toe te voegen heeft mits goed gedaan. Alberto Piras van Deus Ex Machina neemt in het derde nummer, ‘Esperanto’, de zang voor zijn rekening. Hij doet dit op een krachtige manier en de balans met de instrumentale stukken is uitstekend. Hier valt ook op wat een lekkere, groovende drummer De Grandis is. ‘Ragano’ is ook waard om te noemen, een complex nummer dat doet denken aan de eerste formatie van U.K. en de eerste twee albums van Bruford. Een fraai stuk fusion met de hoofdrol voor de toetsen. Tot slot laat De Grandis in het afsluitende nummer ‘Malia’ nog horen dat hij ook een betere zanger is geworden. Een duet met zangeres Silvio Minella sluit het album af met het meest emotionele nummer van de plaat. ‘Duty Free Area’ is dan ook een album dat de liefhebber van fusion zeer aan zal spreken.
De twee platen zitten nu samen in een dubbel-uitgave. Zoals ik al schreef: als remaster maar ook met drie bonustracks. Op cd één voegt het echter niks toe door de enorm beroerde zang waardoor ik verder niet echt meer kon luisteren naar de rest. Op de andere schijf zijn echter nog twee livenummers van het debuut te vinden. De band laat hier al horen het door de opgedane ervaring allemaal een stuk strakker te spelen dan het origineel was. Kortom: D.F.A. maakt typisch Italiaanse complexe jazzrock die de liefhebber aan zal spreken. Ik kan niet beoordelen of deze uitgave van Moonjune Records nuttig is als de originele exemplaren al in de kast staan. Anders is het zeker geen miskoop. Ik duik in ieder geval nog met veel plezier in de muzikale wereld die door Escher gemaakt had kunnen zijn.
OProg (12-2007)
Bezetting:
Luca Baldassari - bass
Alberto Bonomi - keyboards, vocals
Alberto DeGrandis - drums, vocals, percussion, keyboards,
Silvio Minella - guitar
Giorgia Gallo - vocals (cd2 - track 6)
Alberto Piras - vocals (cd2 - track 3)
D.F.A. speelt jazzrock, een genre waarmee het niet eenvoudig is je te onderscheiden. Vaak is er bij dit soort muziek een gebrek aan pakkende melodielijnen en vervalt men in oeverloos technisch maar bijna altijd bekwaam gefreak waardoor het allemaal niet veel toevoegt aan het ruime reeds aanwezige aanbod. D.F.A. heeft door de jaren heen een niet al te grote output gekend, maar wat ze uitbrachten was onderhoudend en veelbelovend. Dat laatste geeft aan dat er nog groei doorgemaakt moest worden om de hoge standaard die nodig is om boven te komen drijven te bereiken.
Het vierde album van deze Italianen, getiteld ‘4th’, bevat vier instrumentale songs en twee met zang. Wat bij de eerste twee nummers opvalt, het lange ‘Baltasaurus’ en ‘Flying Trip’, is het ontegenzeggelijke Canterbury sfeertje. Maar verwerkt in inventieve composities en op een moderne wijze uitgevoerd. Een uitstekende productie met een grote dosis authentieke keyboards van Alberto Bonomi in fraaie duels met gitarist Silvio Minella, echter zonder te overdrijven en te verzanden in oninteressant gemusiceer. De overtuigende ritmesectie van bassist Luca Baldassari en drummer - en de belangrijkste songwriter - Alberto De Grandis dragen daar zeker aan bij. Goede openingssongs dus, maar een uitstekend album vraagt meer. En dat biedt men ook met ‘Vietato Generalizzare’ waarop met hektiek en een uptempo gedrevenheid een andere weg gekozen wordt dan de warme deken die het album tot dit moment kenmerkte. Met het langste nummer, het ruim achttien minuten durende ‘Mossoq Runa’, keert men weer terug naar een rustiger vaarwater. De piano opening geeft dit al aan, maar het hele nummer is eigenlijk een aaneenschakeling van ingetogen sfeervolle momenten aanvankelijk door het toetsenspel van Bonomi bepaald, maar gitarist Minella eist op het eind de volle ruimte op met slepend gitaarspel. De gastrolinvullingen in dit nummer en op de laatste track van de cello en viool zorgen voor klassieke elementen.
Ik heb altijd wat vrees als bij een overwegend instrumentaal werkende groep iemand meent te moeten gaan zingen. In dit geval neemt drummer De Grandis hiertoe het initiatief op ‘The Mirror’. Maar het pakt goed uit, hij kan het inmiddels veel beter dan op eerder werk, hij zou het zelfs vaker moeten doen. Het voegt een afwisselend element toe aan het muzikale beeld van de inventieve, veelal door een uitstekende instrumentale vaardigheid gedreven, songs. En of het niet opkan is het afsluitende ‘La Ballata de s'Isposa 'e Mannorri’ voorzien van een zangpartij van de vrouwenzanggroep Andhira. Hoe men dit live wil doen vraag ik mij af, maar het is een opmerkelijk en fraai slotakkoord van een sterk album dat de volwassenheid van D.F.A. markeert.
JProg (08-2008)
Bezetting:
Alberto De Grandis - drums, percussion, zang
Alberto Bonomi - Hammond A-100 met Leslie 760, Fender Rhodes piano,
Steinway akoestische piano, synths, fluit
Silvio Minella - gitaar
Luca Baldassari - bas
Gasten:
Andhira (Elena Nulchis, Cristina Lanzi, Egidiana Carta) - zang
Zoltan Szabo - cello
Maria Vicentini - viool
Discografie:
Lavori in Corso (1997)
Duty Free Area (1999)
Work in Progress Live (2001)
Kaleidoscope (2007)
4th (2008)
More D
© 2003-2024 OJE Music OJE Web All Rights Reserved
|