OJE
Music Opinions
Componeren
op afstand? |
Datum: |
5-2006 |
Auteur: |
JoJo |
Verandering is vooruitgang. Verandering is soms ook verarming. Technische
ontwikkelingen als internet en e-mail zijn geweldig en worden ook door
mij omarmd. Aan de ene kant opent het deuren en zijn artiesten beter
benaderbaar. Regelmatig mail ik met muzikanten en bands en het was in
de seventies toch onvoorstelbaar dat Ian McDonald of Richard Sinclair
persoonlijk zouden reageren op een brief die je ze stuurde.
Anderzijds zie ik ook negatieve kanten. Vrienden en kennissen zijn
van mening dat ze de vriendschap al duurzaam onderhouden als ze af
en toe een e-mail sturen. Ik vind dat daar meer voor nodig is. Vis-à-vis
contact bijvoorbeeld. In de (progressieve) muziek zie ik zich een parallelle
ontwikkeling voordoen. Muzikanten die in een band spelen, geografisch
een eind van elkaar bivakkeren en vervolgens componeren op afstand.
Partijen worden in Zweden ingespeeld, met de digitale postduif naar
Detroit verstuurd, waar vervolgens een collega bandlid er zaken aan
verandert, aan toevoegt en erop reageert. Waarna de digitale postduif
nog een paar keer heen en weer pendelt en voor je het weet ligt er
een nieuw album in de schappen. Een bedenkelijke ontwikkeling die onvermijdelijk
leidt tot verarmde muziek waaraan de emotie, als daar al sprake van
is, door knip- en plakwerk geforceerd is toegevoegd.
Twee saillante aan elkaar gerelateerde illustraties van deze ontwikkeling
leverde het door mij zeer gewaardeerde blad IO Pages (61/september
2005). Het blijkt dat het laatste album ‘Mindrevolutions’ van de
Zweedse band Kaipa voor een belangrijk deel op digitale afstand tot stand
is gekomen. In een interview met drummer Morgan Ǻgren (o.a. Kaipa,
Mats & Morgan) antwoordt hij op de vraag “Hoe werd je lid van
Kaipa?” met “Zo zou ik dat niet noemen. Kaipa bestaat niet
als een band. Ik zou het een recording-project noemen”. En even
later: “Hoe ervaarde je de samenwerking met Roine Stolt en Jonas
Reingold in Kaipa?” Ǻgren stelt “Ik heb Jonas nooit
ontmoet”. Als ik zoiets lees val ik volledig van mijn stoel. De
ritmesectie van een band, te weten Ǻgren en Reingold, heeft elkaar
nooit ontmoet! En dan lees ik elders in het blad dat Roine Stolt onvrede
heeft met de gang van zaken tijdens het maken van dat album. Niet alleen
met de autoritaire houding van Hans Lundin, de voorman van Kaipa, maar
ook met het opnameproces door “het gebrek aan positieve vibraties
tijdens het proces”. Beste Roine, vind je het gek? Hoe kunnen
er positieve vibraties ontstaan als bandleden elkaar niet eens ontmoeten
en zelfs niet kennen?
Creativiteit ontstaat in de synergie tussen mensen. Eén plus eén
wordt dan drie. Muzikanten die elkaar kunnen zien als ze spelen, die non-verbale
signalen uitwisselen, die tegen elkaar roepen en soms zelfs schreeuwen, die elkaar
aan kunnen raken, gezamenlijk een biertje drinken en tot diep in de nacht uitvoerig
discussiëren over akkoordenschema’s, overgangen, gitaarpartijen. Die
elkaar opjagen tot grote hoogten en die toelaten dat de beste nummers min of
meer bij toeval ontstaan. Zoals ook Floyd-drummer Nick Mason in zijn uitstekende
boek ‘Inside Out’ beschrijft. IJkpunten in de Floyddiscografie kwamen
tot stand door ‘serendipity’ oftewel de gave om door toevalligheden
iets te ontdekken waar men niet naar op zoek was. Wright die in de studio enigszins
verveeld zit te pielen op zijn keyboards, waarop Waters de oren spitst en zegt “speel
dat nog eens!” En een onderdeel van het thema van ‘Echoes’ was
geboren. Zo ontstaat muziek in zijn meest excellente vorm: in gemeenschappelijke
en emotionele interactie in de studio. Niet op klinische digitale afstand.
Ik neem nu Kaipa op de korrel als dramatisch lichtend voorbeeld maar
er zijn nog vele andere bands en gelegenheidsprojecten die op deze
wijze werken. Zo onthult IO Pages (63/december 2005) dat Sieges Even
deze aanpak ook kiest. Zanger Arno Menses antwoordt desgevraagd “Ik
krijg de oefentekst per mail. Het is niet nodig om samen te oefenen,
dit werkt prima”. Ook The Flower Kings volgden jarenlang deze
merkwaardige werkwijze maar hebben bij het maken van ‘Paradox
Hotel’ voor het eerst (!) gezamenlijk de synergie gezocht in
de studio.
Een dergelijke afstandelijke werkwijze wordt soms ingegeven door
een gebrek aan geld om collega’s in te vliegen en studiotijd
te kopen. De progrock is nu eenmaal helaas nog steeds een ‘low
budget’ muzieksegment.
Vaak wordt het echter veroorzaakt door gemakzucht of een te drukke
agenda. In dat soort gevallen is de computer geduldig. Een dubieuze
en zorgwekkende ontwikkeling die maar door één iemand
kan worden afgestraft: de klant!
JoJo (mei-2006)
De
overpeinzingen van Syd |
Datum: |
4-2006 |
Over Syd Barrett is veel geschreven. Over zijn relatief
korte maar hevige lidmaatschap van Pink Floyd, zijn ‘weirde’ soms
onbegrijpelijke maar vaak rake teksten, zijn vertrek c.q. verbanning
uit Floyd, het drugsgebruik, de vermeende psychische deficiënties,
het schuldgevoel van zijn toenmalige kompanen en de betekenis
die Barrett heeft gehad en nog steeds heeft voor de muziek.
Deze onderwerpen laat ik dan ook rusten. Ik richt mij hier
op het met u delen van wat persoonlijke ervaringen rond deze
illustere persoonlijkheid. En ik maak u deelgenoot van de frequente
pogingen mij een voorstelling te maken van de overpeinzingen
die Syd heeft in zijn huis in Cambridge. Of waarvan ik graag
zou willen dat hij die dagdromen heeft …..
Wat mij altijd aangenaam heeft getroffen is de adoratie die
Syd in die bijna vier decennia ten deel is gevallen. Hij bezit
nog steeds een grote schare fans, soms uit onvermoede hoek.
Toen eind jaren 70, begin jaren 80 de punkbeweging opgeld deed
en de new wave zijn intrede deed, zag ik ook in mijn omgeving
mensen veranderen. Rockliefhebbers zag ik opschuiven naar The
Ramones, The Sex Pistols, The Clash en Dead Kennedys. Een vriend
die een groot fan was van The Kinks, Gong en Hatfield and the
North verkwanselde weliswaar zijn ‘roots’ niet, daar was hij te principieel voor,
maar voegde er nieuwe ‘roots’ aan toe. Hij nam de basgitaar
ter hand en ging in een punkband spelen, de Newtones, en dat doet
hij nog steeds. Ze hebben inmiddels achttien (!) CD’s op
hun naam staan. Wat zij gemeen hadden was o.a. het onderbuikgevoel
dat het muziekbed danig moest worden opgeschud en dat de symforock
van dinosaurussen als Pink Floyd, Yes en Genesis de muziek verstikte
en opzadelde met groteske shows, aaneenschakelingen van gewichtige
solo’s en composities met structuren waar Wagner zich een
kleine jongen bij zou voelen. Des te verrassender was het dat in
deze zelfde subcultuur - naast onder anderen Johnny Rotten, Patty
Smith en Sid Vicious – nog een Syd als voorbeeld werd gezien:
Syd Barrett. Verrassend in aanvang, want iets later kon ik die
adoratie wel plaatsen. Barrett werd als een voorbeeld gezien omdat
hij tegendraads was, zijn eigen weg ging, lak had aan conventies
en aan afspraken met platenmaatschappijen en aan wat anderen van
hem dachten. Omdat hij ‘verkoos’ - zo dacht men - geen
deel meer uit te maken van de geldmachine Floyd. En omdat zijn
teksten anders dan anders waren. En ‘anders dan anders’ wilden
de punkers en new wavers ook zijn. Zodat zij Barrett in hun ‘belederde’ en
bespijkerde armen sloten.
Ook ik ben Barrett altijd blijven volgen. Ik kocht zijn muziek
en laafde mij als een voyeur aan de stiekeme foto’s die ‘progressieve
paparazzi’ van zijn zelf verkozen(?) eenzaamheid maakten.
Als rechtgeaard hater van de roddelbladen kon ik mij ineens voorstellen
waarom mensen die rotzooi kopen. Hoe intrigerend is het te kijken
naar die uiterlijk sterk veranderde Barrett in korte broek met
een krant onder de arm op straat in Cambridge, naar Syd op de fiets
of een papiertje lezend voor een Engels warenhuis. Wat is er nu
eigenlijk bijzonder aan die foto’s? Als het iemand anders
dan Barrett zou zijn dan zou het antwoord “niets” zijn.
Maar mijn antwoord is “Alles, want het is Barrett”.
Ik kan geen genoeg krijgen van het kijken naar die kop: wat speelt
er zich in af?
Op dat soort momenten komen er allerlei vragen bij mij boven.
Onbeduidende en onnutte vragen maar toch ben ik benieuwd naar
de antwoorden. Ik zal er u een paar voorleggen:
• Zou
hij dat overhemd op die prachtige foto nog hebben?
• Heeft hij een plakboek ‘Pink Floyd? Wat zit daar allemaal
in?
• Denkt hij nog weleens met weemoed aan die tijd of heeft
hij alles verdrongen?
• Speelt hij nog weleens stiekem ‘Arnold Layne’ op
zijn gitaar?
• Of neuriet hij bewust of per ongeluk ‘Jugband Blues’ als
hij onder de douche staat?
• Kent hij die teksten en akkoordenschema’s nog?
• Bezit hij überhaupt nog wel een gitaar?
• Vraagt hij zich op gezette tijd af hoe het met zijn oude
vrienden is?
• Heeft hij ooit met de hoorn in de hand gestaan om één
van hen te bellen? Heeft hij hun telefoonnummer wel?
• Durft hij te luisteren naar zijn eigen LP’s en CD’s?
Heeft hij ze in huis?
• Heeft hij de Floydalbums in bezit en wat vindt hij ervan?
• Wat voor teksten en/of muziek heeft hij sinds die tijd nog
geschreven?
• Weet hij nog wie ‘Emily’ was?
Wat zou het
mooi zijn als OJEMusic ooit een interview zou kunnen krijgen
met Syd Barrett en, naast de grote vragen van het leven,
ook deze volkomen onnutte vragen aan hem zou kunnen voorleggen.
Dat zou pas een ‘scoop’ zijn als een relatief onbekende
site als OJEWeb dat voor elkaar zou krijgen. IJdele hoop natuurlijk.
Wat mij dus rest is de voortzetting van mijn mijmeringen, als
een soort ‘psychologische paparazzo’, over wat er
zich in het denkraam van die eenzame man in Cambridge afspeelt.
Mijn overpeinzingen over zijn overpeinzingen. Al is het alleen
maar om hem niet te vergeten.
JoJo
(april 2006)
© 2003-2024 OJE Music OJE Web All Rights Reserved
|